maandag 28 februari 2011

Umuganda

Vrijdagavond om negen uur ‘s avonds. De bel! We verwachten echt niemand bij de poort van ons huis, zeker niet op dit tijdstip. Wie kan dat toch zijn? Toch maar even kijken. Ik zie dat er een klein briefje onder poort is doorgeschoven, en maak het deurtje in de poort open. Een jongeman staat voor de deur, hij doet een pas terug, ik denk dat hij een beetje schrikt omdat hij geen blanke had verwacht. Hij mompelt iets van Umuganda en dat zie ik ook op het briefje staan.

Elke laatste zaterdag van de maand is het Umuganda. Dan wordt van iedereen verwacht om een steentje bij te dragen aan de maatschappij door het uitvoeren van gemeenschapswerk. Dat kan het schoonmaken van een park zijn, het bouwen van weg of een school, of elk ander werk dat nuttig kan zijn voor de gemeenschap. Alle winkels zijn dicht, er hoort geen verkeer op straat te zijn, iedereen hoort mee te doen aan Umuganda. Naast het nuttige werk dat gedaan wordt zorgt het natuurlijk ook voor gemeenschapszin. En dat kan nooit verkeerd zijn in een land met een geschiedenis als Rwanda. Ik zie positieve kanten aan de Umuganda.

Van buitenlanders wordt niet verwacht dat ze meedoen, maar het mag wel. Ik vraag of wij om acht uur ‘s ochtends verwacht worden en dat bevestigd hij. En ik vraag waar we verwacht worden en zie op het briefje staan Centre de Sante, dus dat is ook als snel duidelijk. We nemen afscheid, en ik zie aan zijn houding dat hij niet verwacht dat wij op komen dagen. Op dat moment ben ik nog van plan om het tegendeel te bewijzen. Ik maak een nadere studie van het briefje. Ons district heet Gasabo, onze sector Kimironko, onze cel Bibare en onze Umudugudu Inyamibwa. Verder nog iets met 5.000 Frw (Rwandese francs). Ik vermoed dat dat betekent dat dit de boete is als je niet op komt dagen en dat blijkt te kloppen.

De volgende dag is het toch al heel vroeg acht uur en het gaat dus niet lukken om daar op tijd te zijn. Mischien is het beter om maar mee te doen aan een volgende laatste zaterdag van de maand. Vanuit onze tuin hebben wij een prachtig uitzicht over de vallei en in de verte kunnen wij dan ook goed zien dat in een groot park een heleboel mensen verzameld zijn. Die zijn dus dat park aan het schoonmaken. De verrekijker wordt buurtelings gebruikt voor het volgen van de ontwikkelingen van de Umuganda en van de verschillende vogels in onze tuin.


Marte heeft intussen een nieuwe hobby ontdekt, namelijk het klimmen in een boom. Ze gaat al zo hoog dat wij haar niet kunnen zien. Daar is ze me maar wat trots op, want elke keer klimt ze erin en vraagt dan: “Kunnen jullie me zien?” en daar moeten wij dan natuurlijk nee op antwoorden. Op enig moment komt ze enthousiast aanrennen: “Papa, er kwam een vogeltje bij mij zitten, zo’n mooie met regenboog kleurtjes en die zij tjilp, tjilp tegen mij.” Dan moet een ‘beautiful sunbird’ zijn geweest, en zo hebben wij een heerlijk rustige ochtend.



 
Op de verschillende wegen zie je wel veel minder verkeer, maar toch rijden er wel busjes, auto’s en motoren. Ook onze benedenburen zijn gewoon thuis met allerlei bezigheid rond het huis. Dus niet iedereen doet mee aan Umuganda. Hoe zit dat nu met het verplichtende karakter? Volgende keer ook maar eens de straat op gaan om te kijken of alle winkels ook dicht zijn. Al zeggen sommigen dat als je niet meedoet aan Umuganda, dat het dan beter is om gewoon binnen te blijven.

Zo tegen half elf houdt men op met werken en verzamelt men zich in groepen. In het park zie ik drie groepen van elk zo’n 50 personen en verderop is er nog een groep. Deze groepen blijven nog lang bijeen. Wat zou daar besproken worden? Het laatste partijstandpunt? Zou iemand een toespraak houden? Zou er een flinke discussie gevoerd worden? Ik ben wel heel benieuwd wat daar gebeurt. Mijn vermoeden is dat het flinke saaie kost is, het verplicht luisteren naar overheidsfunctionarissen, en dan kan geen pretje zijn. Zo rond twaalven lossen de groepen zich op. Het gewone leven kan weer verder gaan.

Umuganda, het heeft goede kanten zoals gemeenschapszin, maar ook weer mindere, zoals het verplichtende karakter en de mogelijke indoctrinatie die er plaatsvindt. Ik ga er nog even over nadenken wat ik er werkelijk van vind.

zaterdag 26 februari 2011

KCB

Ik bankier tegenwoordig bij de Kenya Commercial Bank (KCB). Wie had dat gedacht! Bij IKV Pax Christi had ik vaak te maken met KCB, omdat Peter Justin een bankrekening had bij de KCB in Juba (Sudan, binnenkort Zuid-Sudan?). Een paar keer is geld naar hem overgemaakt. Ik weet nog hoe moeilijk dat soms was, omdat het overmaken van geld naar iets dat ook maar een beetje te maken had met Sudan vaak werd geweigerd. Omdat Sudan op de zwarte lijst staat van de Verenigde Staten weigeren Nederlandse banken om een betaling te accepteren als in de omschrijving het woord Sudan vermeld staat. Dus menigmaal moest een list verzonnen worden om de betaling door te laten gaan. En nu zit ik zelf bij deze bank.


Omdat ik een lokaal salaris ontvang is het nodig om een lokale bankrekening te openen. De keuze is enorm, er zijn heel veel banken hier in Rwanda. Omdat VSO haar bankrekening bij BCR (Banque Commerciale du Rwanda) heeft, werd in eerste instantie aangeraden om ook daar maar een rekening te openen.  Maar de eerste verhalen over deze bank waren niet zo goed, want een uurtje in de rij staan om geholpen te worden is niet zo aantrekkelijk. Dus daar het ik het niet geprobeerd.

Ik heb het vervolgens bij de Access Bank Rwanda geprobeerd en daar werd ik gelijk geholpen, dus dat was een stuk beter. Om een rekening te openen moest ik wel een formulier laten invullen door iemand die mij kon aanbevelen. Nadat ik dat gedaan had was de volgende dag weer terug, maar toen moest ik opeens mijn werkvisum laten zien, die ik toen nog niet had. Ik begreep ook meteen waarom er hier geen wachtrij van een uur was en heb besloten om toch maar een andere bank te zoeken.

Vanwege sentimentele redenen heb ik mijn oog laten vallen op de KCB. Ik werd op zeer vriendelijke wijze ontvangen en ook gelijk geholpen. De vriendelijke dame zei dat de volgende dag mijn rekening geopend zou zijn en dat de dag daarna ik in bezit zou zijn van een chequeboek en een pinpas. Dat klonk veelbelovend. De volgende dag was mijn rekening er wel, maar toen werd wel gezegd dat mijn chequeboek er over drie dagen zou zijn en de pinpas nog iets later. Drie dagen later kreeg ik een telefoontje dat mijn chequeboek er nog niet was, maar de volgende dag wel. En de volgende dag wederom een telefoontje met de mededeling dat het chequeboek nu echt voor mij klaar lag. De beloftes waren misschien iets te mooi, maar de service is toch goed, en dat is ook wat waard.

Ik heb inmiddels al goed gebruik gemaakt van mijn chequeboek. Ik heb nog wat hulp nodig met wat ik overal moet invullen, maar dat gaat al best goed. Ook bij een andere vestiging van de KCB is het al gelukt. Het gaat mij misschien iets te gemakkelijk, want als ik mijn chequeboek kwijtraak, dan kan de vinder gewoon geld van mijn rekening opnemen. Dus niet kwijtraken!

Vrijdag ging ik weer naar de KCB om volgende cheque te gaan innen. De vriendelijke dame die mij geholpen had zag mijn meteen en wenkte naar mij dat ik naar haar toe moest komen. Mijn pinpas is binnen! Na een heleboel gegevens te hebben ingevuld in een groot boek kreeg ik mijn pinpas. Toen nog even naar een andere meneer voor mijn pincode. In een ander groot boek moest ik dezelfde gegevens nog een keer invullen. Nu kan ik pinnen. ’s Ochtends nog even niet, vanwege een stroomuitval, maar ’s middags lukte het wel. Ik krijg hier het gevoel dat de klant nog echt koning is! Of zou het komen omdat ik een blanke buitenlander ben en geen gewone Rwandees.

woensdag 23 februari 2011

Nogmaals verkiezingen

Afgelopen maandag hadden we weer een vrije dag. Er waren weer eens verkiezingen. Deze keer de verkiezingen op sector niveau. Een paar weken geleden waren er verkiezingen op cel niveau. Een heleboel cellen tezamen vormen een sector. Uit alle mensen die op cel niveau gekozen zijn kon nu gekozen worden om het volk te vertegenwoordigen in de sector. Deze verkiezing is nog niet zo gelaagd dat alleen deze gekozenen kunnen kiezen, nee, het is weer de bedoeling dat de gehele bevolking gaat kiezen.
Deze keer worden er geen rijen gevormd achter de kandidaten, deze keer wordt er net zoals bij ons met stemkaarten en stemhokjes gestemd. Nu is het dus veel anoniemer en benadert het dus ons systeem. Je kunt lekker zeggen dat je op de ene stemt, en toch stiekem op een ander stemmen. Wel krijgt elke stemmer met een stift een klein zwart puntje op de nagel van de linkerpink. Twee keer stemmen gaat dus niet lukken.
Ik begrijp nu ook dat men niet gaat stemmen waar men woont, maar dat men gaat stemmen waar men geboren is. Daarom zijn het ook vrije dagen, om iedereen de gelegenheid te geven om naar de geboorteplaats te gaan. Bruno, die in het zuidwesten van het land is geboren, moet dus voor elke verkiezing een flink eind reizen.
Dit zijn de laatste verkiezingen waaraan de gehele bevolking gaat meedoen. Bij de volgende verkiezingen zullen diegene die in de sector zijn gekozen uit hun midden de vertegenwoordigers kiezen voor het district. Deze gaan dan vervolgens weer hetzelfde doen voor de provincie. En of dat nog weer doorgaat naar nationaal niveau, dat week ik niet, dat lijkt mij vreemd, omdat je dan een soort schaduw parlement krijgen. Wij zullen dus waarschijnlijk geen nieuwe vrije dagen krijgen in verband met de verkiezingen.
Naast deze algemene verkiezingen vinden er ondertussen ook parallel nog andere verkiezingen plaats. Voor de National Youth Council, de National Women’s Council en de National Council of Persons with Disabilties. Alleen jeugd mag stemmen voor de NYC, alleen vrouwen voor de NWC en alleen gehandicapten voor de NCPD. Deze verkiezingen zijn ook georganiseerd op de verschillende niveaus van cel, sector, district, provincie en nationaal. Dit zijn een soort adviesorganen die natuurlijk moeten strijden voor het belang wat ze vertegenwoordigen. Of ze veel invloed hebben? Voor deze verkiezingen krijg je geen vrije dagen, dus die hebben tot nu toe voornamelijk in het weekend plaatsgevonden. Afgelopen zaterdag zagen we onderweg ergens een heleboel mensen bij elkaar staan met opvallend veel rolstoelen en blindegeleidestokken. Dat moet dus zo’n verkiezing zijn geweest.
Door al deze verkiezingen worden er ook gigantisch veel mensen gekozen, op deze manier zijn wel heel veel mensen politiek actief. Ik heb zitten rekenen en dan kom ik tot de conclusie dat er in dit land wel zo’n kleine 200.000 mensen zijn gekozen in een of ander gremium. En dan tel ik diegenen die zich kandidaat hebben gesteld en niet gekozen zijn helemaal niet mee. De betrokkenheid bij de politiek moet wel veel groter zijn dan bij ons. En al deze mensen gaan ook nog vergaderen!

maandag 21 februari 2011

Murambi (en wat de Fransen hebben uitgespookt)

Gisteren zijn we onder andere naar het genocide monument geweest van Murambi. We hadden gehoord dat dit een van de meest indrukwekkende monumenten van het land is, en dat geloven wij graag.

In de eerste plaats al door het verhaal. Het monument is gevestigd in het gebouw van een technische school, die in 1994 nog niet was voltooid en vervolgens ook nooit als zondanig is gebruikt. Op 6 april 1994 barstte de genocide in alle hevigheid los en net als bij voorgaande pogroms zochten veel mensen bescherming bij de kerken. Zolang men in de kerken zat, was men relatief veilig. Op de een of andere manier heeft men de Tutsi’s doen geloven dat de technische school ook een veilige schuilplaats was. En heeft men de leiding van de kerken weten te overtuigen om alle mensen die schuilden in de omliggende kerken te verplaatsen naar de technische school. Toen dat gebeurd was, heeft men de toevoer afgesloten, ook van water en voedsel, en toen men de uitputting nabij was, is er op 22 april op gruwelijke wijze toegeslagen door het Rwandese leger, de Hutu milities Interahamwe en een gedeelte van de plaatselijke bevolking. Men gebuikte geweren, messen, hakmessen en machetes. Het aantal mensen dat aanwezig was op het terrein wordt geschat op ongeveer 55.000 en er zijn er niet veel die het hebben overleefd.


 
Dit verhaal is al schokkend, maar wat er volgt is nog schokkender. Een groot gedeelte van de slachtoffers is begraven in massagraven rond het terrein. In de jaren na de genocide heeft men deze ontdekt, en een ervan was zo diep dat de lichamen nog heel goed geconserveerd zijn gebleven. Deze lichamen zijn met kalk overgoten om ze goed geconserveerd te houden. Deze 848 lichamen worden in 24 klaslokalen tentoongesteld. Het is afschuwelijk gezicht, de wit uigeslagen lijken van de kalk, je ziet soms waar het hakmes heeft toegeslagen, en de houding van de mensen laat zien dat ze onder erbarmelijke wijze zijn overleden. Je ziet volwassen en kinderen en de lucht die er hangt is een combinatie van lijkenlucht en kalk. Een beeld dat ik niet snel zal vergeten.

Tijdens de rondleiding is er speciale aandacht voor de rol van de Fransen. En die komen er niet te best af. Ik zou me niet gemakkelijk voelen als ik afkomstig zou zijn geweest uit Frankrijk. In de eerste plaats hebben ze tot 1994 het Rwandese leger altijd ondersteund, maar ze hebben ook meegeholpen aan het trainen van de Interahamwe, de Hutu milities. Nadat de genocide begonnen was heeft Frankrijk het bij de Verenigde Naties voor elkaar gekregen om een zogenaamd bemiddelende rol te spelen tussen het oude - zich terugtrekkende - Rwandese leger en de troepen van Paul Kagame, die al flink waren opgerukt richting de hoofdstad. Het kreeg de naam ‘Operation Turquoise’ en de Franse soldaten kwamen in het zuidwesten van het land terecht. Onder deze dekmantel heeft men ervoor gezorgd dat veel mensen van het oude Rwandese regime veilig naar het buitenland konden vluchten. Een Franse eenheid is in juni 1994 neergestreken op deze technische school, waar men heeft meegeholpen om het terrein schoon te maken van de restanten van de genocide die daar heeft plaatsgevonden. En men heeft geholpen om de massagraven toe te dekken, met als resultaat een volleybalveld boven een massagraf.

Vlak buiten de school staan ook huizen, waar ook nu nog gewoon mensen wonen. De gids legt uit dat deze mensen tot op heden zwijgen over wat er heeft plaatsgevonden. Mogelijk dat er mensen bij zijn die hebben meegedaan, maar in ieder geval kan het niet anders zijn dan dat ze weten wat er hier is gebeurd. En het ziet er zo prachtig uit, de prachtige groene heuvels met de landbouwgrond en de kleine huizen. Wat heeft zich hier afgespeeld, en wat ziet het landschap er dan opeens anders uit.

Voor Marte's beleving van dit geheel verwijs ik naar haar website: http://marteopreis.waarbenjij.nu/

Butare en Nyanza (en wat de Belgen hebben uitgespookt)

We zijn een weekendje weg geweest. We hebben de stoute schoenen aangetrokken en hebben een auto gehuurd. Waarschijnlijk voor een veel te hoge prijs, maar we hadden wel lekker eigen vervoer. Met een eigen auto kan je gaan waar je wilt, en je kunt stoppen waar je wilt.

De eerste stop is er eentje die altijd wel op het lijstje staat in onze vakanties. Wij stoppen bij een plekje waar ze keramiek verkopen: Poterie Locale de Gatagara. Gezien Wilma’s achtergrond is het niet onlogisch dat we altijd weer terechtkomen bij een keramiekwinkel. Helaas is het zaterdag, dus zijn ze niet aan het werk. Maar de winkel is wel open en we vertrekken weer met een mok, een kandelaar en vier eierdoppen. Het is voor het goede doel, want de winkel wordt gerund door Batwa met een handicap. De Batwa is de derde bevolkingsgroep van Rwanda, ongeveer 1 % van de populatie, en zijn behoorlijk gemarginaliseerd.

Vervolgens gaan we naar Nyanza. Toen Rwanda nog een koninkrijk was, resideerde de koning in deze stad. Er is een paleis uit 1959 – hierin is nu een museum gevestigd met moderne Afrikaanse kunst - en een paleis uit 1932. Het paleis van daarvoor bestaat niet meer, maar is wel nagebouwd. De laatste is ook meteen het bijzonderste, want het is gemaakt uit houten palen, riet en allerlei ander natuurlijk materiaal. Het is een gigantische Afrikaanse hut van wel zeven meter hoog. En binnen is het ook heerlijk koel. Het is een prachtige constructie en tijdens de rondleiding krijgen we van de gids allerlei verhalen te horen over het koningshuis. Onder andere dat de Belgen de een na laatste koning Charles Rudahigwa Mutara III in 1959 hebben vergiftigd, omdat hij op weg was naar de Verenigde Naties om te pleiten voor de onafhankelijkheid van Rwanda. En de koning van daarvoor hadden ze al afgezet omdat hij zich niet wilde bekeren tot het katholieke geloof. Zo hoor je nog eens wat.



 
Zaterdagavond hebben we overmacht in een hotel in Butare. We hebben daar genoten van een warm bad, een warme douche, een maaltijd van drie gangen en een wijntje bij de maaltijd.

Butare was de belangrijkste stad in Rwanda tijdens de Belgische koloniale periode. Van 1935 tot 1962 heette het zelfs Astrida, als eerbetoon aan de overleden koningin Astrid. Het heeft ook het belangrijkste museum van het land, het Nationale Museum van Rwanda. Het is een mooi museum waarin veel aandacht is voor de cultuur en de geschiedenis van Rwanda. Het is zeer de moeite waard en wij hebben daar zo’n twee uur doorgebracht. Zelfs Marte heeft het redelijk kunnen volhouden, zeker nadat wij beloofd hadden dat ze als beloning een paar souvenirtjes mocht uitkiezen. Nou dat hebben we geweten, we zijn vertrokken met een mobiel, een vogel en een hele grote trommel.

’s Middags hebben we nog een bezoek gebracht aan het genocide monument van Murambi, op zo’n half uur rijden van Butare, en aan de grootste kathedraal van het land, weer in Butare, die ook weer gebouwd is ter herinnering aan koningin Astrid.

Daarna zijn we weer huiswaarts gereden, onderweg genieten van het prachtige landschap dat voorbijtrekt. Dan besef je dat het land niet voor niets het land van de duizenden heuvelen heet. En het is overal groen, er is bijna overal landbouw of veeteelt, er is bijna overal bebouwing en bij de afwezigheid van veel wegverkeer zie je weer hoeveel mensen er langs de kant van de weg lopen. Overal waar je rijdt, altijd lopen er mensen.


vrijdag 18 februari 2011

Huiswaardigheden


Bij ons huis hoort een ‘guard’. Elk huis van een beetje omvang heeft een ‘guard’. Onze bewaker noemt zich Jean d’Amour, wat een prachtige naam. Hij woont op het terrein van het huis in een eigen klein hokje, waar hij een matras heeft en een stoel en dat is het wel zo’n beetje. Het is de bedoeling dat hij daar is van zes uur ‘s avonds tot zes uur ‘s ochtends. Al betwijfelen wij of hij er altijd om zes uur ‘s avonds al is. Zijn functie is om de boel te bewaken. Door VSO wordt een bewaker als essentieel gezien en zij zorgen er dus ook voor dat hij betaald wordt. Hij kan gebrekkig Engels een beetje beter Frans, dus we kunnen communiceren, maar het gaat soms moeizaam.



We zijn er nu ook achter hoe de elektriciteit werkt. En het is wel een mooi systeem, als je het eenmaal weet. In het huis hangt een elektriciteitsmeter, hierop staat het saldo vermeld van de elektriciteit die je nog tegoed hebt. Als het saldo laag wordt, dan ga je naar een winkeltje waar ze elektriciteit verkopen. Na een paar keer rondvragen hebben we de winkel gevonden. Je geeft het nummer dat vermeld staat op de elektriciteitsmeter door, en dan koop je je electriciteitskrediet. De jongen in de winkel voert de gegevens in in de computer met als resultaat een nummer van 20 cijfers. Dat is ons krediet. Dit nummer schrijft hij dan voor je op, die je dan vervolgens thuis weer moet invoeren in de elektriciteitsmeter. Een beetje omslachtig, maar het werkt wel. En het is best wel spannend om elke dag op de meter te kijken hoeveel we nu weer verbruikt hebben.

In ons huis is ook nog steeds stromend water. De ene keer wat meer dan de andere keer. En als het wat minder is, dan is het ook niet mogelijk om de (koude) douche te nemen, dus enige planning met betrekking tot het douchen is wel vereist. Het water vraagt ook om enig ritueel. Het is niet verstandig om het water rechtstreeks uit de kraan te drinken, want dan kunnen we wel eens ziek worden. Dus moet het water gekookt en gefilterd worden. ‘s Avonds zetten we een grote pan met kraanwater op de elektrische kookplaat, laten het een paar minuten koken en laten het vervolgens afkoelen gedurende de nacht. De volgende dag gieten we het in de filterinstallatie en dan druppelt het in de loop van de ochtend door in het bassin van drinkbaar water. Zodoende hebben wij weer drinkwater voor de gehele dag. En wat betalen betreft, het schijnt dat we vanzelf een rekening in de bus krijgen, dus we wachten maar rustig af.

Het laatste wat we geregeld hebben is ons huisvuil. Na een week begon het zich het al aardig op te stapelen. En we wisten niet zo goed wat we ermee moesten doen. Jean d’Amour was van mening dat we het maar op een stapel in een hoekje van het terrein moesten gooien. Dan hebben in eerste instantie ook maar gedaan, maar dat leek ons niet een permanente oplossing. In de straat zagen we soms mensen met witte geplastificeerde jutezakken waar ze afval indoen. Die moesten we zien te krijgen, maar hoe? Bosco, de klusjesman bij VSO heeft ons uiteindelijk geholpen door de witte jute zakken af te leveren. Hij zei ook dat wij maandelijks een nota van 3.000 Rwandese francs zullen krijgen voor het ophalen van het huisvuil. Afgelopen donderdag hebben wij onze eerste zak gevuld, die vervolgens ook is opgehaald.

Wij krijgen nu echt het idee dat we aan het inburgeren zijn.

Knapen en Ingabire

Ben Knapen is weer thuis. Hij heeft een bliksembezoek aan Rwanda gebracht. Vandaag is hij verdwenen uit de kranten. Gisteren had hij hier nog een laaste keer de hoofdrol door wederom een artikel op de voorpagina van The New Times. Deze keer ging het over zijn bezoek aan de projecten in het noorden van het land die gefinancierd worden door Nederland. Nederland geeft geld het Rwandeze CDF (The Common Development Fund) en die voert deze projecten uit. Veel lovende woorden over en weer.
Er stond nog een tweede artikel in de krant waarin staat dat Ben Knapen heeft gezegd dat ‘he is impressed by the progress the country’s judicial system has registered.’ Nederland heeft hier ook aan meegewerkt en is dus zeer tevreden over wat er is bereikt. De hobbel die er nog wel is tussen beide landen is het ondertekenen van een ‘ letter of intent that would see genocide suspects extradited to Rwanda.’ Ik kan me voorstellen dat dit pas getekend kan worden als men het eens is geworden over een heleboel kleine lettertjes.
Dat de heer Knapen de kwestie Victoire Ingabire aan de orde heeft gesteld is nog steeds geen nieuws hier.
Ik vroeg me ook nog af of Knapen nog gesproken heeft met vertegenwoordigers van haar partij FDU-Inkingi. Ergens las ik dat dat was gebeurd, maar helemaal duidelijk is me dat niet. Om van beide kanten voorgelicht te worden zou dat wel een goede zaak zijn.
Ik heb de gelegenheid genomen om intussen alle oude artikelen in The New Times nog eens te lezen die over Victoire Ingabire gaan. Als dat allemaal waar is wat er staat dan gaat het inderdaad om een terroriste die oproept tot gewapend geweld met als doel het omver werpen van de huidige regering. Dan kan ik me voorstellen dat ze nooit meer vrij komt. Maar als ik allerlei berichten in Nederland op kranten en websites moet geloven dan is ze volkomen vredelievend. Zij vindt dat het slecht gesteld is met de democratie en de mensenrechten in Rwanda en daar wil ze iets aan doen, maar zeker niet op een geweldadige manier. Zij is alleen maar gearresteerd omdat ze een tegenstander van het regime is. Dus zou ze onmiddelijk vrij gelaten moeten worden. Tja, wie moet ik geloven?

woensdag 16 februari 2011

Voorpagina

Onze ‘minister’ Ben Knapen heeft de voorpagina gehaald! Dat is toch een hele eer. Wel grappig om te lezen dat in het stuk in The New Times met geen woord gerept wordt over Victoire Ingabire. In de Nederlandse kranten lijkt het alsof alleen zij maar onderwerp van gesprek is geweest.
Hier het volledige artikel in The New Times.
Dutch Minister calls on Kagame
By Edmund Kagire



President Kagame with Dutch Minister, Dr Ben Knapen, at Village Urugwiro, yesterday. (Photo Village Urugwiro)
URUGWIRO VILLAGE - Dutch State Secretary for European affairs and International Cooperation, Dr. Ben Knapen, yesterday called on President Kagame at Village Urugwiro.
Shortly after meeting the President, the Dutch Minister told reporters that his talks with President Kagame centred on economic development and cooperation.
“I congratulated the President on the progress and determination to reach economic progress and to eradicate corruption,” Knapen said.
“We had a fruitful discussion on economic development and on our cooperation.”
The Dutch Minister added that the pursuit of Genocide fugitives and judicial cooperation also featured in the discussions with the President. 
“As you may know, Netherlands and Rwanda signed a letter of intent last year on an extradition treaty and we are still working on it,” Knapen said.
Rwanda’s Foreign Affairs Minister, Louise Mushikiwabo, said that the discussions with Knapen were productive.
“Minister Knapen recognized the great strides Rwanda has made and how we are using Dutch aid effectively to transform the lives of Rwandans,” the minister said.
“We agreed to continue working closely together to enhance understanding of each other’s countries,” she added.
Knapen noted that the Dutch Government understands the need for Rwanda to prevent dissemination of genocide ideology and ethnic hatred.
“We are very much encouraged by the public political dialogues and the review, that is taking place, of the legislation regarding genocide denial and divisionism,” he said.
“Both the President and I agreed that this is work in progress and that it is going in the right direction.”
During his visit, Knapen also met the ministers of Justice, Agriculture and Finance to discuss bilateral issues on development aid and other forms of cooperation.
The Dutch minister, who is on his first trip to Rwanda, visited Dutch-funded projects, as part of his mission to see the results of bilateral cooperation, in particular the impact of Dutch development support.

maandag 14 februari 2011

Ben Knapen

Morgen komt onze Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (vroeger heette dat gewoon Minister van  Ontwikkelingssamenwerking) Ben Knapen op bezoek in Rwanda. In de twee dagen dat hij hier op bezoek is zal hij gaan praten met een aantal ministers en op bezoek gaan bij projecten die gefinancierd worden met Nederlands geld.
In de Nederlandse kranten zie ik dat er veel aandacht is voor de hechtenis van Victoire Ingabire. Deze vrouw woonde jarenlang in Nederland voor ze begin 2010 naar Rwanda vertrok om mee te doen aan de verkiezingen van het presidentschap. Op 14 oktober 2010 is ze gearresteerd en ze zit sindsdien nog steeds in de gevangenis. Volgens de krant zal Ben Knapen aandringen op een eerlijk proces, sommige anderen vinden dat hij moet vragen om ommiddelijke vrijlating. Omdat het proces niet juist wordt gevoerd en omdat de beschuldigingen vals zijn. Over een paar dagen weten we misschien meer over wat onze Staatssecretaris heeft gezegd.
In de plaatselijke krant heeft ook iets gestaan over het aanstaande bezoek. Onze Staatssecretaris wordt hier aangekondigd als ‘Dutch Minister for International Cooperation’, dus deze opwaardering kan hij vast waarderen. In dat artikel stond niets vermeld over Victoire, maar volledigheidshalve moet ik zeggen dat het officiele document van het Ministerie er ook niets over vermeldt. Wel is men hier bezorgd over het feit dat Nederland wil gaan bezuinigen op Ontwikkelingsamenwerking en dat men bang is dat dit zeker ten koste van Rwanda zal gaan. Hier zal Ben Knapen van deze kant zeker op aangesproken worden.
Vorige week stond er in de krant ook een uitgebreid artikel over twee vrouwen die artikelen hebben geschreven in een weekblad. En deze twee vrouwen zijn door een rechtbank veroordeeld tot gevangenisstraffen van zeven en zeventien jaar. De reden van hun veroordeling is: ‘inciting public disorder and creating ethnic divisions’. De artikelen zaten er natuurlijk niet bij, maar je denkt natuurlijk wel, hoe erg kan het zijn dat je veroordeeld wordt tot zulke lange gevangenisstraffen. Aan de andere kant heeft dit land natuurlijk ook een historie van haatzaaien via de media met rampzalige gevolgen, dus ik kan me er ook nog iets bij voorstellen. Interessante rechtszaken, ook voor de heer Knapen.

zaterdag 12 februari 2011

Stopcontacten

Ze zijn er. Dinsdagavond zijn Wilma en Marte aangekomen om de komende twee maanden samen met mij in het grote huis te komen wonen. Wij drieën hebben er zin in om er een mooie tijd van te maken.

Wij moeten allemaal nog een beetje wennen aan de nieuwe situatie en het grote lege huis. Het huis wordt zo langzamerhand een beetje voller en een beetje meer ingericht. Nog net op tijd is er een bed voor Marte gekomen, die ik zelf dinsdagavond nog in elkaar heb geschroefd, en gisteren zijn alsnog vier stoelen voor bij de eettafel afgeleverd. Dat vult de ruimtes al weer een beetje meer op.

De markt, de supermarkt en de kleine buurtwinkeltjes worden afgestruind voor allerlei zaken die het leven aangenamer kunnen maken. De betreft praktische zaken zoals een waterkoker, een bezem en een stoffer en blik. Maar ook mis je opeens zoiets als zout, peper, kruiden, rijst, pasta, aardappelen, olie, zaken die in een normaal reeds ingericht huis gewoon aanwezig zijn. Je begint een huishouden eigenlijk gewoon vanaf nul, en elke dag bedenk je weer dingen die wel handig zouden zijn. En elk van deze dingen worden dan op de weegschaal gelegd om te beoordelen of het waard is om ze aan te schaffen. De dagen vliegen dus om met het regelen van deze praktische zaken.

Wilma is al druk bezig om de ruimtes leuk in te richten. Marte’s kamer wordt echt al een gezellige kinderkamer. Een paar tekeningen aan de muur en twee hele mooie, lange slingers zorgen ervoor dat Marte zich er al echt thuis begint te voelen. En ook onze eet- en huiskamer worden al aangename plekken om te verblijven.

Gelukkig hebben we ook nog tijd voor gezellige dingen. Gisteravond zijn we uitgebreid uit gaan eten, een echt driegangendiner. Bij het restaurant was ook een speeltuin, dus Marte wil nog wel een keer terugkomen. In Rwanda duurt het bij een restaurant altijd best wel een tijdje voordat het bestelde op tafel komt te staan, het kan zo een uur duren, dus je moet gewoon een beetje geduld hebben. Als je drie gangen besteld, dan ben je ook zo drie uur onder de pannen. Marte vond het dan ook prachtig dat die speeltuin er was, maar ook dat er stopcontacten in de bomen zaten. Dat heb je in Nederland niet. Voor de verdere avonturen van Marte verwijs ik naar haar eigen website: http://marteopreis.waarbenjij.nu/

zondag 6 februari 2011

Engels voetbal

Wat is dat toch met dat Engelse voetbal? Waarom is elke wedstrijd uit de Engelse competitie te zien in de verste uithoeken va de wereld? Dat was in Cambodja al het geval, en nu dus ook weer in Rwanda. Bij een bar in een verafgelegen dorp zie je dan de aankondiging staan dat ze om 17.00 uur de wedstrijd van Sunderland tegen Blackpool uitzenden. Wie wil daar nu naar kijken?

Vorige week zat ik onder andere met twee Rwandezen te eten en op een gegeven moment kregen we het over voetbal. De een was hartstochtelijk fan van Manchester United en de ander van Arsenal. Ik voelde me een beetje verloren in de discussie, en om toch een beetje mee te doen heb ik besloten om ook maar een favoriet team aan te nemen. En die avond was het Manchester City, maar dat kan de volgende keer weer anders zijn.

In Kabarore, ver weg op het platteland in het oosten van Rwanda, ben ik bezoek bij Neal. Hij woont daar in een huis met David en Sarah. Ook in deze verre uithoek is er Engels voetbal. Wij gaan naar de New London bar en bestellen daar de standaard maaltijd (brochette and chips) met een Primus en zijn klaar voor de wedstrijd van Manchester United tegen Wolverhampton Wanderers. Neil is fan van Manchester en David en Sarah van Wolves. Ik moet dus in het midden zitten. Deze keer blijf ik neutraal. Manchester United is koploper, maar verliest in een matig duel toch met 2-1 van de tegenstander die ook na deze gewonnen wedstrijd nog steeds helemaal onderaan staat in de competitie.

De bar is verder gevuld met minstens dertig jonge Rwandese mannen die luid meeleven met de wedstrijd. Zij bestellen niets, maar betalen wel 300 Rwandese francs om de wedstrijd te mogen zien. De helft van de zaal leeft intens mee met Manchester, de andere helft met Wolverhampton. Mijn vermoeden is deze laatste eigenlijk fan van Arsenal zijn en alleen maar hopen dat Manchester verliest. Zij hebben dus een mooie avond. Als de wedstrijd afgelopen is, dan stroom de zaal leeg en blijven wij met zijn vieren achter. Tijd om ook naar huis te gaan.

Al die aandacht voor het Engelse voetbal. Ondertussen vindt nu ook het Afrikaans kampioenschap voor landenteams plaats, met Rwanda als deelnemer, en daar lijkt hier helemaal geen aandacht voor te zijn. Vreemd.

Het platteland

Dit weekend een bezoek gebracht aan het platteland. Zaterdagmiddag heb ik de bus naar Kabarore genomen. Kabarore ligt op bijna drie uren van Kigali in het noordoosten van het land. Ik ga op bezoek bij Neil, die daar in een huis woont met David en Sarah.

Onderweg heb ik geprobeerd het landschap goed in mij op te nemen. Met zegt dat Rwanda groen is, en dat is waar. Met zegt dat Rwanda dicht bevolkt is, en dan klopt ook. Het land is bijna overal gecultiveerd, als je buiten kijkt zie altijd wel huizen en altijd zie je wel mensen, die ergens lopen, fietsen, staan en gewoon ergens rondhangen. Hoe meer we naar het noordoosten gaan hoe minder heuvelachtig het wordt, maar echt plat wordt het niet.


Bij aankomst in Kabarore merk je meeteen al een andere sfeer dan in de hoofdstad. Het gaat er veel rustiger en gemoedelijker aan toe. Ik had meteen weer associaties met ons verblijf in Cambodja twee jaar geleden. De stoffige onverharde wegen met hun kuilen, de eenvoudige huizen, allerlei soorten van landbouw die er wordt bedreven, de kleine winkeltjes met hun beperkte assortiment. De mensen zijn echter wel wat gereserveerder dan in Cambodja, als je ze groet, dan groeten ze altijd wel met een glimlach terug, maar ze zoeken niet zo snel het eerste contact. De kinderen zijn wel anders, die komen op je af, willen graag contact en willen graag vooral hun Engels oefenen. Het voelde een beetje weer zoals in Cambodja.

Zondagochtend hebben Neal en ik een flinke wandeling gemaakt door de velden rondom het huis. Neal is een redelijk fervente vogelaar, dus hebben we onderweg menigmaal stil gestaan om een fraai exemplaar eens nader te bekijken. Het is gewoon ook heerlijk om lekker relaxt over de paadjes tussen de bananenplantages, de huizen van leem, de maïsvelden en het grasland van de koeien te lopen. Gevolgd door een aantal kinderen nemen we rustig de tijd voor onze wandeling. Op een gegeven moment zijn we onze eerste groep van kinderen kwijt, maar even later komen we weer nieuwe tegen, die dan vervolgens een hele poos met ons meelopen. Het voelt absoluut niet als vervelend dat ze zo met ons oplopen. Op een gegeven moment krijgen ze door dat wij op zoek zijn naar vogels, en beginnen ze ook te wijzen naar een door hun geziene vogel.

Zondagmiddag met de bus weer naar Kigali, de hoofdstad. Na bijna drie uren weer terug, terugkijkend op een heerlijk uitstapje naar het platteland.

vrijdag 4 februari 2011

Verkiezingen – de uitslag

Op mijn vrije dag maar eens even rustig de stad ingegaan. Ik zie dat de meeste winkels dicht zijn, slechts enkele zijn wel open. Zelfs de markt is afgesloten. Deze gaat om een uur ’s middags weer open. Een beperkt aantal vrouwen staat buiten de grote markt wel wat groente en fruit te verkopen. Ook de brommertaxi’s en de verkopers van telefoontegoed zijn er natuurlijk ook, zoals altijd. Niet iedereen doet mee aan de verkiezingen.

Vlak bij de binnenstad zie ik beneden op een groot plein een heleboel mensen bijeen. Dat moet vast iets te maken hebben met de verkiezingen. Ik ga er maar eens een kijkje nemen. En het zijn inderdaad de lokale verkiezingen. Iemand vraag of ik een waarnemer ben. Was het maar waar. Ik vraag of het mogelijk is een foto te maken, iemand in een mooi pak wordt er bijgehaald. Als ik journalist was geweest dan was dat mogelijk geweest, nu liever niet. Ik vraag nog wat door. En dan blijkt dat dit al een soort tweede ronde is. De eerste heette ‘Umudugudu’ en de tweede een andere naam. Maar het gaat nog wel om de verkiezingen op het niveau van de cel. Er wordt niet met stembiljetten gewerkt, want al deze mensen kennen elkaar, dus er kan niet zomaar iemand van buiten de cel gaan stemmen. Op een latere datum zijn de verkiezingen van de sector en dan werkt men wel met stembiljetten.

Veel mensen staan in grote of kleine groepjes te praten. Er lopen mannen met megafoons rond. Plotseling zie ik een paar rijen ontstaan die achter iemand gaan staan. Zo wordt er blijkbaar gestemd, maar lang niet iedereen doet mee, en even plotseling als ze er waren zijn ze ook weer verdwenen. Ik besluit om het eens hogerop te zoeken om alles van bovenaf goed te bekijken. En dan kan ik vast ook wel een foto maken.



De man met de megafoon roept iets. Er ontstaan weer rijen, maar nu serieus, want alle mensen op het plein gaan in een rij staan. Ruw geschat denk ik dat het om ongeveer 500 mensen gaat. Het valt op dat alle kandidaten vrouwen zijn, de ene in nog mooiere Afrikaanse kledij dan de andere. Politiek is hier blijkbaar een behoorlijk vrouwending, want Rwanda heeft ook het meeste aantal vrouwelijke parlementsleden ter wereld. Strategisch stemmen zie ik ook niet, als zich twee langere rijen zich aftekenen, en vier veel kortere, zie ik niemand van de kortere alsnog wisselen naar een van de langere. Het aantal mensen in de rij wordt geteld. Er wordt iets omgeroepen en gejuich klinkt op in een van de lange rijen. We hebben een winnaar!

Het lijkt dus afgelopen, een paar kiezers gaat ook al weg. De meeste blijven en niet zonder reden, want na een oproep met de megafoon vormen zich wederom rijen. Ditmaal twee lange en twee korte, met nieuwe kandidaten. De procedure herhaalt zich, eindigend in gejuich en felicitaties. Het is twaalf uur ’s middags en nu is het echt afgelopen. De uitslag is bekend.

Update: De 'Umudugudu' is de laagst mogelijk administratieve eenheid. Ergens las ik dat er 14.838 zijn. Een aantal 'Umudugudus' samen vormen weer een cel. Er waren dus verkiezingen voor de 'Umudugudu' en de cel en die staan los van elkaar. Diegene die door de cel worden gekozen zullen deze maand vervolgens uit hun midden hun vertegenwoordiger voor de sector kiezen.

Verkiezingen

Vandaag zijn er verkiezingen, en dat betekent dus wederom een vrije dag. Het zijn lokale verkiezingen. Bij Bruno en Saphira eens navraag gedaan over het hoe en waarom. Het komt erop neer dat men ’s ochtends om acht uur verwacht wordt bij de bijeenkomst van de laagste organisatorische eenheid in het land, zij noemen het een cel. Ik heb begrepen dat dit om bijvoorbeeld een buurt kan gaan, of een dorp, maar helemaal duidelijk is me dat ook niet.

Iedereen van de cel komt dan bijeen, en dan zullen de personen zich presenteren die zich kandidaat hebben gesteld voor de verkiezingen. Deze mensen zijn al wel bekend bij de huidige autoriteiten, maar nog niet bij Bruno en Saphira. Zij zullen dan wel zien waar ze op kunnen stemmen en dan naar aanleiding van hun presentatie de beste kiezen. Ik krijg de indruk dat dit wel een hele ochtend kan duren. Vandaar dat gemakshalve de hele dag maar als vrije dag is bestempeld.

Diegene die door hun cel zijn gekozen, kiezen vervolgend hun vertegenwoordiger op een hoger niveau, met de naam sector, die kiezen op hun buurt het niveau daarboven, genaamd district. In het land zijn 30 districten, 416 sectoren en 2148 cellen. Op een bevolking van ruim 10 miljoen is dat dus zo’n 5.000 personen per cel, inclusief kinderen, dus dan gaat het toch wel om een flink dorp. Zo’n gelaagd systeem, het doet op een of andere manier heel communistisch aan. Of is het een mix van Afrikaanse traditie met democratie? Dit systeem zorgt er wel voor dat dissidente geluiden niet snel hun weg zullen vinden naar de bovenste laag.

Vorige week vrijdag is er door iemand vanaf een brommer een granaat gegooid op een druk busstation. Hierbij zijn twee doden gevallen en 26 gewonden. In Nederland is dit totaal niet in het nieuws geweest, ik denk dat een aanslag in Rwanda toch wat minder impact heeft dan een vergelijkbare in het Midden Oosten. In het algemeen wordt deze aanslag in verband gebracht met de verkiezingen. De oppositie, die er bijna niet is, zeker niet zichtbaar, zou alleen dit middel nog hebben om zich te laten horen. Kwade tongen zeggen dat de regering zelf achter deze aanslag zit, om vooral de aanwezigheid van politie en leger in de straten te blijven rechtvaardigen.

Via sms kwam ook melding van de aanslag van diverse kanten binnen bij alle buitenlanders. En daar schrokken we allemaal toch wel een beetje van, het land lijkt zo veilig en dan dit. Later begrepen we dat er bij de presidentsverkiezingen meerdere aanvallen met granaten zijn geweest, toentertijd is mij dat in Nederland helemaal ontgaan, of misschien was dat ook niet in het nieuws. Inmiddels zijn we al een week verder, het voelt al weer als lang geleden, er zijn onmiddellijk vier verdachten opgepakt, dus alles is onder controle. Dus de grootste schrik is al weg en we gaan over op de orde van de dag.

donderdag 3 februari 2011

Mijn nieuwe huis

Gisteren ben ik ingetrokken in mijn nieuwe huis. Het is nog even wennen, maar dit zal voor de komende maanden mijn nieuwe huis zijn en van volgende week ook het huis van Wilma en Marte.

Het is enorm groot, het heeft een wookamer, een keuken, een eetkamer, vier slaapkamers, drie badkamers met douche en toilet en nog een extra kamer op zolder. Buiten is er een veranda en een behoorlijk grote buitenruimte. Daar is best wel wat groen, maar ook hele stukken waar dat niet zo is, terwijl het er wel had kunnen zijn. Wel een heel mooi uitzicht.


In het huis staan in totaal aan losse elementen twee grote tafels, twee kleine tafels, een bed, vier stoelen en een boekenkast. Aan vaste accessoires zijn er nog een aanrecht, een keukenkast en een vaste kast in de slaapkamer. Dit huis voelt dus enorm leeg, of mooier gezegd ruimtelijk.

Tijdens de ‘In country training’ was er telkens al geroezemoes over de verworvenheden verbonden aan de nieuwe behuizing. Zou het huis elektriciteit hebben, zou het water hebben of zou het zelfs warm water hebben? Hoe meer in de rimboe, hoe groter de kans op afwezigheid van deze zaken. In Kigali zouden de kansen groter zijn.

In mijn tijdelijke huis was er elektriciteit, water, warm water, ja zelfs een koelkast. Maar na de eerste dag was er al geen warm water meer, na een paar dagen hield de elektriciteit er vooral ’s avonds mee op en sinds de laatste paar dagen was er ook geen water meer. Het begon zo mooi, maar gisteren was het schraalhans. Tijd om te verkassen dus!

Hier is in elektriciteit en water in overvloed, helaas geen warm water en ook geen koelkast. Afgelopen nacht was een zware nacht. Er waren behoorlijk wat muggen in mijn slaapkamer, en ze waren zo dichtbij, dat ik dacht dat ze binnen het muskietennet zouden zijn. Dat waren ze gelukkig niet, ik ben dus niet gestoken, maar hun geluid was zo indringend en persistent dat ik de slaap niet heb kunnen vatten.

Ik zit nu in dit grote lege huis met allerlei ongewenst gezelschap, en ik voel me niet zo op mijn gemak. Ik begin nu toch echt mijn gezin te missen, Wilma en Marte, en dat dat uitgerekend vandaag moet gebeuren op Marte’s vierde verjaardag. Gelukkig heb ik net met ze geskyped en komen ze volgende week al langs.

dinsdag 1 februari 2011

Heldendag

Vandaag is het Heldendag (Heroes’ Day). Dat is een vrije dag, dus zijn alle overheidsdiensten en banken gesloten. Een groot aantal van de winkels is echter wel gewoon open, net zoals op zondag, dan zijn veel winkels ook gewoon open.

Met vrije dagen is het maar vreemd geregeld in Rwanda. Vaak wordt pas vlak van te voren aangekondigd dat er een vrije dag is. Menige buitenlander is in het verleden wel eens op kantoor verschenen en stelde toen vast dat er verder niemand aanwezig was. Achteraf blijkt dan dat de dag ervoor afgekondigd is dat de volgende dag een vrije dag is en de gewonde Rwandees weet dat dan ook. Maar de buitenlander is niet tijdig op de hoogte gesteld en zit dan in zijn eentje op kantoor.

Volgens de Bradt gids is 1 februari een nationale feestdag. Dus om goed voorbereid te zijn heb ik vorige week al eens geïnformeerd bij Saphira of dat betekent dat ons kantoor ook dicht zou zijn. Zij wist hier echter niets van, ons kantoor zou gewoon open zijn. Op maandagmiddag nog maar eens geïnformeerd bij haar, en toen bleek dus toch wel dat ons kantoor gesloten zou zijn vanwege Heldendag. Over het waarom van de Heldendag kon zij mij niets vertellen.

De krant The Times, een krant die bekend staat als zijnde regeringsgezind, wist vandaag het volgende te melden:

The heroes remembered today include Maj. Gen. Fred Gisa Rwigemaas, the Unknown Soldier, King Charles Leon-Pierre Mutara III Rudahigwa, Felicite Niyitegeka, Michel Rwagasana, Agatha Uwilingiyimana and the students of Inyange Secondary School.

Er zijn dus heel wat helden, en waarschijnlijk zijn ze nog lang niet allemaal genoemd.

Het heeft ook iets van planning. In Nederland worden er al weken van te voren plannen gemaakt voor de invulling van de vrije dag. Hier hoort men pas een dag van te voren dat het een vrije dag is, terwijl het gewoon elk jaar een vrije dag is, en dan is het gewoon een lekkere vrije dag, een extraatje.


Vandaag dus een rustige dag, en een mooie dag om met kopje koffie buiten op de veranda te kijken en te luisteren naar de verschillende vogels in de tuin. Zij zijn vandaag mijn helden.