donderdag 28 juli 2011

Vakantie

Morgen gaan we op vakantie. Wij hebben een Toyota Rav4 gehuurd en daarmee gaan we 10 dagen door het land heen rijden.

Wij beginnen in het Nuyngwe National Park. In dat park zitten verschillende apen en hopelijk gaan we er een paar van zien. Dan gaan we door naar het meest zuidelijk puntje op Lak Kivu: Cyangugu. Langs de kust van Lake Kivu gaan we dan naar het noorden. Eerst naar Kibuye en dan vervolgens door naar Gisenyi, waar we verblijven in het favoriete hotel van Marte: Paradise Malahide.

Op zondag 7 augustus hopen we weer terug te zijn.

Vanochtend kwam er opeens een raar telefoontje van het guesthouse dat wij hebben geboekt voor vrijdag en zaterdag. De manager zei dat een ‘governments official’ hem had benaderd en een kamer voor donderdag en vrijdag nodig had. En als een ‘goverments official’ een kamer wil, dan kun je hem niet weigeren. Dus is onze kamer nu voor hem. Dat wilde de manager even zeggen, maar hij kwam gelijk met wat alternatieven. Zijn eerste voorstel was om een tent voor ons beschikbaar te stellen. Dat vond ik geen optie. Zijn tweede voorstel was om de eerste nacht in een ander guesthouse door te brengen. Zij zouden dan zorgen dat dat geregeld zou worden en voor het vervoer. Dat heb ik dan maar zuchtend geaccepteerd.

Het is soms een vreemde wereld. Wij gaan wel zien waar we terechtkomen!

woensdag 27 juli 2011

Census deel 2 (Raar staartje)

Dit wordt een lang verhaal zonder foto’s. Dus dit wordt echt een stuk voor de liefhebbers. Maar ik heb het gevoel, dat ik het toch even kwijt moest, dus vandaar dit stuk. Diegene die het te lang vindt, gaat maar gauw naar mijn vorige of volgende blog.

In mijn blog van 27 april heb ik verteld over de census die is uitgevoerd: http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/04/census.html. Ik eindigde met de opmerking dat het rapport nog even naar National Instute of Statistics of Rwanda (NISR) moet, voordat het naar MINALOC gaat, en als deze instanties het goedkeuren, dan is het rapport officieel. Dit rapport over de census heeft echter nog een heel raar staartje gekregen.

Het begon met de NISR. Deze heeft een mooie brief aan ons gestuurd dat ze het onderzoek valideren, maar dat ze wel graag het bestand zouden willen hebben op basis waarvan het rapport is opgesteld. Dat vond ik wel weer mooi getuigen van prettige arrogantie. Tijdens het hele traject van de census niet thuis geven, vanwege het ontbreken van mankracht geen bijdrage op welke wijze dan ook hebben kunnen leveren, maar aan het eind van de rit toch wel even vragen om de gegevens. Ik was in eerste instantie dus helemaal niet te spreken over deze gang van zaken, maar achteraf is het onze redding geweest, of onze ondergang, het is maar hoe je het bekijkt.

Met deze brief in de hand zijn wij dan ook gauw naar MINALOC gestapt, om ook van hen goedkeuring te krijgen. Dat was nu ook geen probleem meer, dus het rapport was gevalideerd en kon dus nu officieel worden gebruikt. En dat is toch een mooi resultaat wat op het conto van onze organisatie RNDSC geschreven kon worden.

Sinds januari, toen we de eerste versie van het rapport hadden gekregen, hadden we geprobeerd om het bestand te ontvangen van de onderzoeker, van onze consultant die we vanaf nu Teddy K. zullen noemen. Teddy K. heeft gedurende die tijd de boot af gehouden, en op enig moment zelfs gesuggereerd dat er natuurlijk wel voor betaald zou moeten worden, wat natuurlijk belachelijk zou zijn. Maar nu eindelijk hadden we een autoriteit achter ons staan, namelijk het Bureau of Statistics. Omdat deze instantie de gegevens wilde, kon onze Teddy K. waarschijnlijk niet meer anders en op een goede dag heeft hij een Excel bestand aan ons overhandigd.

Op 18 mei heb ik dat bestand geopend. Het bevatte 522.856 regels en dat sloot mooi aan met wat er in het rapport stond. Binnen twee seconden was duidelijk dat er iets niet klopte. Gelijk op de eerste pagina had een onwaarschijnlijk aantal mensen de leeftijd van 22 jaar. Nu begreep ik ook waarom er zoveel gehandicapten waren in de leeftijdsgroep van 20 tot en 24 jaar. Door de consultant, maar ook door anderen, was dat altijd afgedaan met de argumentatie, dat dat veroorzaakt is door de genocide. Al scrollend door het bestand waren er gigantisch veel mensen die 22 waren. Dit klopte gewoon niet!

Maar dat was nog niet het ergste. Na een paar minuten een beetje grasduinen door het bestand leek het erop dat er ook dubbelen in het bestand stonden. Dus nog meer reden voor actie. Ik heb vervolgens het bestand gesorteerd om te kijken of dat er veel zouden kunnen zijn. En dat zag er desastreus uit. Er waren heel veel mensen dubbel vermeld in het bestand, en sommigen kwamen er zelfs vier keer of zes keer in voor. Als dit allemaal waar zou zijn, dan zou dat zeer ernstige gevolgen kunnen hebben, dan zou het aantal mensen misschien wel eens kunnen dalen tot het onwaarschijnlijk lage getal van 250.000.

In een kast in ons kantoor staan alle vragenformulieren op basis waarvan het bestand is opgemaakt. Die liggen daar weliswaar in strikt willekeurige volgorde, maar een en ander toch te kunnen controleren heb ik een paar plastic mapjes met vragenformulieren genomen en gekeken of ze correct zijn opgenomen in het bestand. Het bleek al heel snel dat de leeftijd van 22 gewoon niet aansloot met de basisgegevens en ook de dubbele mensen kon niet verklaard worden door mensen die toevallig precies dezelfde naam zouden hebben.

Wij hebben onze consultant Teddy K. heel snel benaderd met het verzoek om even langs te komen. Op 20 mei is hij langsgekomen en hebben wij hem in kennis gesteld van wat wij hebben geconstateerd. Hij vertoonde geen enkele emotie, wij hadden minstens verwacht dat hij zijn verbazing over het geconstateerde zou uitspreken. Nee, niets van dat alles. Hij zou het gaan controleren met zijn eigen gegevens. Daarna begon het lange wachten.

Wij hebben hem regelmatig proberen te bellen, maar meestal nam Teddy K. de telefoon niet op en als even later weer werd gebeld, stond de telefoon opeens uit. Rara, hoe kan dat? Via sms hebben we regelmatig berichten uitgewisseld en hij beloofde regelmatig te bellen of langs te komen, maar het gebeurde niet. Regelmatig was hij ziek, dus dat was natuurlijk ook een reden om niet hoeven op te komen draven. Teddy K. gaf op een gegeven moment aan dat hij een nieuw bestand had, met de correcte gegevens, maar op ons verzoek om deze dan langs te brengen, kwam wederom geen reactie. Dit was een behoorlijk hopeloze situatie.

Ondertussen hadden we ook alle tijd om alle documentatie eens te gaan bekijken aangaande het census project. We zien de contracten die met Teddy K. zijn afgesloten, en zien dat deze er niet heel erg dichtgetimmerd uit zien. Wij constateren dat Teddy K. al volledig is betaald, ook al heeft hij nog niet voldaan aan al zijn verplichtingen. We zien dat Teddy K. als vertegenwoordiger van een gehandicaptenorganisatie op 1 juni 2010 in een vergadering zit en vervolgens op 14 juni als consultant wordt aangenomen. We zien dat Teddy K. bij zijn cv een diploma heeft toegevoegd om aan te tonen dat hij een ‘Masters of Business Administration in Applied Statistics’ van de Rochville University heeft. Dit blijkt geen echte universiteit te zijn, waarschijnlijk is dit diploma gewoon voor een bescheiden bedragje aangekocht. Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/Rochville_University.

Bruno was inmiddels niet heel erg blij met deze ontwikkelingen. Hij had waarschijnlijk liever gehad dat ik niet naar het bestand had gekeken. Het werk van zo’n anderhalf jaar leek zo plotseling in het water te zijn gevallen. We konden nu echter niet meer terug. Wij moesten nu wel actie ondernemen richting Teddy K. Maar voor Bruno was dat heel moeilijk. Zelf actie ondernemen tegen Teddy K. was gewoon een brug te ver. Ook om dit voorval te melden bij ons toezichtorgaan (Management Committee) ging niet van harte, want dat zou gezichtsverlies betekenen en mogelijk zou hij ook nog de schuld krijgen. Om toch iets te doen, kon het uiteindelijk niet anders dan dat de president van de Management Committee erbij gehaald moest worden.

De president was ook niet blij. Hij opperde nog iets van dat hij die Teddy K. eigenlijk altijd al niet vertrouwde, maar daar hadden we nu natuurlijk niets aan. De president was bereid om een brief aan Teddy K. te ondertekenen dat Teddy K. alsnog met de goede gegevens en een goed rapport moest komen en als dat niet gebeurde dat wij dan naar de autoriteiten zouden stappen. Wat de laatste concreet zou inhouden wisten wij eigenlijk ook nog niet. Die brief is op 20 juni verstuurd met een deadline van 23 juni.

Deze brief heeft in ieder geval impact gehad, dit zorgde ervoor dat Teddy K. eindelijk een reactie vertoonde. Op 24 juni heeft hij een nieuw Excel bestand aangeleverd. Het bevatte nu 223.237 regels. De leeftijd leek er nu goed in te zitten. En op het eerste gezicht leek het geen dubbele te bevatten. Dus dat zag er in ieder geval beter uit, maar het maakte al wel duidelijk dat het gepresenteerde rapport op 5 april niet correct is geweest. Afgesproken dat wij het bestand zouden onderzoeken en vervolgens de resultaten aan hem zouden mededelen.

De daaropvolgende dagen heb ik uitgebreid gekeken naar het nieuwe bestand. En helaas heb ik wederom moeten constateren dat er nog steeds een substantieel aantal dubbelen in het bestand zaten. Dus we konden nog steeds niets met dit bestand. Vervolgens heb ik maar weer contact ogenomen met Teddy K. met de mededeling dat wij de Access gegevens wilden die de basis zijn voor het Excel bestand. Misschien zouden we daar iets mee kunnen. Dit hebben wij vervolgens verbazingwekkend snel gekregen. Op 30 juni was het al in ons bezit.

De Access gegevens bestaan uit een heleboel verschillende databases. Mijn eerste actie was om het aantal mensen te tellen in elke afzonderlijke database. Ik kwam tot de conclusie dat het totaal van deze telling 217.456 zou moeten zijn. Hoe is Teddy K. in staat geweest om van dit aantal een Excel bestand te fabriceren van 223.237, en in eerste instantie zelfs van 522.856? Bij het doorlopen van de diverse databases constateer ik dat sommige invoer wel heel erg veel te wensen overlaat en ook nu stel ik vast dat er mensen dubbel geregistreerd zijn in de verschillende databases. Dus dat aantal van 217.456 is nog steeds te hoog.

Gelijk op 30 juni heb ik Teddy K. nog maar eens benaderd voor een reactie. En hetzelfde patroon als eerder begint zich nu te herhalen. Beloftes om te bellen of langs te komen worden niet nagekomen. Ziektes worden voorgevoerd als excuus. Ondertussen is Teddy K. ook nog even getrouwd, dus toen hij ook geen tijd voor onze kleine problemen. Wij staan nog steeds met lege handen. En Teddy K. houdt zicht gedeisd. Hij weet dat als hij niet reageert, dat dat zijn beste kans is om er ongeschonden uit te komen.

Bruno is inmiddels allergisch geworden voor het woord census. Eigenlijk wil hij er niets meer over horen. En hij wil al helemaal geen actie meer ondernemen. Volgens mij wil het liever maar helemaal vergeten. Laten we maar doen of het helemaal niet is gebeurd. En als niemand erover begint, dan gaat iedereen in de loop van de tijd ook vergeten dat er een census heeft plaatsgevonden.

Enkele voorzichtige conclusies:

De UNDP heeft dit project gefinancierd door middel van een bedrag van $ 100.000. Dit bedrag is dus eigenlijk weggegooid geld. In december is een brief gestuurd naar de UNDP met een specificatie van het geld dat is uitgegeven en de mededeling dat binnenkort het rapport zal worden toegezonden. Logischerwijze is dat rapport natuurlijk nog niet opgestuurd. Tot nu toe laat UNDP niets van zich horen. Zijn ze niet geïnteresseerd in het uiteindelijke rapport? Is die $ 100.000 een te klein bedragje in hun budget om zich daar druk om te maken? Is dit exemplarisch voor alle uitgaven die gedaan worden door organen van de Verenigde Naties?

Onze consultant Teddy K. heeft wel heel slecht werk geleverd. Met een paar beperkte controles had hij diverse fouten kunnen voorkomen. Hoe heeft hij zonder blikken of blozen in zijn rapport kunnen concluderen dat er 522.856 mensen met een handicap zijn? En sindsdien heeft hij ook geen enkele spijt of inzicht getoond. Hij heeft gereageerd toen hij niet anders kon. Verder neemt hij ook niet de moeite om te proberen om zijn fout redresseren. Het trieste is dat hij er ook nog mee wegkomt ook.

NISR en MINALOC hebben beiden het rapport gevalideerd. Op grond waarvan hebben ze dat eigenlijk gevalideerd? Het lijkt gewoon een beetje op bezigheidstherapie en zichzelf belangrijk vinden. Men wil graag hun stempel zetten op een document, zodat men intern kan verantwoorden dat ze toch maar weer goed bezig zijn. Wij hebben Bruno gevraagd om bij deze organisaties te verzoeken om het rapport en de validatie officieel in te trekken. Onduidelijk is of dit ook daadwerkelijk is gebeurd.

Op 5 april is het rapport officieel gepresenteerd. En menig deelnemer aan dit evenement hebben een kopie van het document mee naar huis genomen. Wat voor eigen leven gaat dit document leiden, als het niet officieel wordt ingetrokken?

Onze organisatie RNDSC is nog steeds in shock van wat er is gebeurd. Halverwege 2009 zijn de eerste voorbereidingen begonnen. Er is heel veel tijd en moeite in gestoken met een waardeloost eindresultaat. Als we uiteindelijk mogelijk alles nog op een rijtje krijgen, dan zal er iets overblijven wat eigenlijk niet te presenteren is. In 2002 is ook een census uitgevoerd met als uitkomst dat er 308.501 mensen met een handicap zijn en nu in 2010 zouden dat er minder dan 200.000 zijn. Dat is niet te verkopen.

Voor mijzelf is het heel interessant om dit allemaal te zien gebeuren. Ik moet bekennen dat ik, met steun van Nicole, zo’n beetje de trekkende kracht ben geweest om de waarheid boven water te krijgen. En je merkt dat je invloed beperkt is. Ik ben hier als adviseur. En Bruno is vanaf het begin grotendeels in een fase van ontkenning geweest. Ontkenning is niet het goede woord, want hij beseft heel goed wat er is gebeurd, maar meer in een soort staat van was het maar nooit gebeurd. En ook wel frustrerend, want je wilt soms wel wat doen, maar als adviseur blijf je toch altijd een beetje langs de kant staan.


zaterdag 23 juli 2011

Zomerschool

Marte is deze week en vorige week naar de zomerschool gegaan. Eigenlijk is het een summer camp, maar wij noemen het de zomerschool. Een poosje geleden werden we attent gemaakt op het volgende:


We at Mamba Club are offering a real summer camp experience with lots of activities. We will be starting our 7 week camp on Tuesday July 5th, for kids between the ages of 3 and 8 years old. The camp will be Monday to Friday from 8:00 to 15:00. We will be having daily activities with a theme each week leading up to a class outing every Friday.

Daily activities will include:
-Supervised play time with ground level trampoline, basketball, swings, and a football pitch.
-Reading and writing (French and/or English)
-Swimming and swimming lessons. 
-Drum and dance lessons.
-Stretching (yoga for kids), from a certified instructor.
-Bike riding.
-Drawing and colouring.

Every week concludes with a field trip on Friday (students must arrive on Fridays before 9:00am).

Week 1)Paint Week: a local artist will be working with the kids for the week and we will wrap up with a trip to a local paint studio where each of the kids will be instructed by a professional painter to do a master piece of their own.
Week 2)Farm Week: the kids will be taught about farming and gardening and the week will finish with a tour of a local farm.
Week 3)Sports Week: we will be learning about all different sports and a professional soccer/football coach will be with us to practice some drills during the week and conclude the week with a trip to the stadium.
Week 4)Cowboy Week: The theme of the week will be horses and we will end the week by visiting a small ranch and taking turns riding the horses.
Week 5)Bakers Week: This week we will try a little baking of our own and we will end with a trip to a local bakery.
Week 6)Music Week: We will be playing with different instruments this week and we finish with a trip to a music centre.
Week 7)Fun Week: The kids are allowed to choose their favorite activities and we will end with the kids going on a trip to Bambino.

The price of the camp will be $110.00 a week or $700.00 for all 7 weeks. The spots will be limited to 15 kids. Hot lunches will be provided Mondays to Thursdays, however parents must pack a lunch every Friday. As spots are limited, you can sign up at Mamba in Kimihurura or call 0782208824 and ask for Claudine. Mamba will be closed to the public on weekdays for the duration of the program.   

Ages: 3 to 8
Dates: July 5th to August 19th
Cost: $700 for all 7 weeks
Location: Kimihurura, 1 block up the road from Topsec security.



Vorige week heeft ze meegedaan aan de Farm Week. Onder leiding van een tuinier hebben de dertien kinderen een tuin aangelegd. Volgens Marte zijn het een paar 'grijze' kinderen en wat meer 'bruine' kinderen. Het was best hard werken, want ze moesten aarde in een kruiwagen verplaatsen naar de tuin om daar vervolgens een plantje te planten. In die tuin heeft Marte haar eigen plantje geplant, deze heeft ze dan ook trots aan mij laten zien.



Verder zijn ze bezig geweest met het bouwen van een hok voor de kippen. Er waren al hokken voor allerlei andere beesten, zoals een hond, een geit en een paar konijnen.


Deze week was het Sports Week. De groep was deze week veel groter, maar liefst achttien kinderen. Ze schijnen onder leiding van een voetbalcoach allerlei oefeningen te hebben gedaan. Helaas hebben wij er niets van gezien, en Marte wil er ook niet te veel over loslaten. Op vrijdag zijn ze met z’n allen naar het stadion geweest waar ze gevoetbald hebben op een echte grasmat.

Tijdens de twee weken was er natuurlijk ook heel veel tijd voor spelen (vooral schommelen en trampoline springen), zwemmen, yoga, (voor)lezen, tekenen en lekker eten.




Wilma en ik vinden het heel knap hoe ze zich als Nederlands meisje staande houdt tussen al die andere jongens en meisjes die alleen maar Engels of Frans kunnen. Je merkt dat ze wel een heleboel dingen begrijpt die haar gezegd worden, maar dat het moeilijk voor haar is om te communiceren met de andere kinderen.

Voor meer verhalen over de zomerschool verwijs ik naar Marte’s eigen website: http://marteopreis.waarbenjij.nu/. En ze wil graag reacties ontvangen op haar site!

donderdag 21 juli 2011

Sabiti

Afgelopen zondag zijn wij op bezoek geweest bij Sabiti, ons fruitmannetje. Tijdens de eerste maanden van ons verblijf was Wilma vaste klant bij hem voor passievruchten, manderijnen, ananas, mango’s en limoenen. In de periode dat Wilma en Marte in Nederland waren en ik af en toe eens wat fruit bij hem kocht, vroeg hij mij altijd wanneer Wilma weer terug zou komen. Inmiddels zijn ze weer in Rwanda en Wilma gaat dan ook regelmatig bij hem langs voor fruit.

En nu zijn we dan ook uitgenodigd om bij hem thuis te komen. Hij woont niet ver van de markt en we spreken af om elf uur ’s ochtends bij zijn stand. Om dan vervolgens naar zijn huis te lopen. Wij zijn er precies op tijd en worden allerhartelijkst verwelkomd. Zijn fruithandel doet hij samen met zijn vrouw, zij blijft achter om de zaken te behartigen. Zondagochtend is niet het meest drukke moment van de week, dus hij kun rustig even weg.


Na zo’n twintig minuten lopen komen wij aan bij zijn huis. Het is een klein vierkant huisje van maximaal vijf bij vijf meter. Op zijn erf staat verder nog een klein gebouwtje van golfplaten, dat is de wc. Aan de linkerkant van het huis is de keuken, dit is een echte openluchtkeuken, bestaande uit een kooktoestel dat verhit wordt door houtskool.

Wij gaan naar binnen en komen in de woonkamer die bijna geheel wordt gevuld door een bankstel, drie stoelen en een tafel. Achter in de kamer is nog een bed. Het ziet er simpel, maar keurig uit. Naast de woonkamer bevinden zich nog twee ruimtes. De ene wordt afgescheiden door een gordijn en dat lijkt een soort opslagruimte te zijn. De tweede wordt afgescheiden door een gordijn en een deur met slot. Ik heb niet kunnen zien wat daar achter zit, maar ik vermoed de slaapkamer van Sabiti en zijn vrouw.


Sabiti is een Rwandees die in 1996 uit Oeganda naar Rwanda is gekomen. In het verleden had hij een heel andere baan. Hij werkte als ‘storekeeper’ voor iemand die zaken deed met hotels. Wat zijn baan precies was is mij niet helemaal duidelijk geworden, maar het was in ieder geval iets anders dan wat hij nu doet. Zijn baas ging failliet of hield ermee op en toen was hij drie maanden werkloos. Toen heeft iemand hem gesuggereerd om maar fruitverkoper op de markt te worden, en zodoende is hij nu ons fruitmannetje. Hij doet het pas sinds vorig jaar.


De vader en moeder van Sabiti wonen nog steeds in Oeganda, ergens op het platteland. Ook zijn broers en zusters wonen allemaal nog in Oeganda, maar dan in de hoofdstad. Een van zijn broers is ook verkoper op de markt van Kampala, hij verkoopt echter geen fruit, maar aardappels. Sabiti zegt dat hij niet terug wil naar Oeganda, omdat hij Rwandees is.


Hij heeft vier kinderen en ik vermoed dat in ieder geval de drie oudsten slapen op het bed in de woonkamer. Hij vraagt ons wat we willen drinken en willen allemaal water. Voor hem hebben we wat stroopwafels meegenomen. Sabiti laat ons even alleen met drie van zijn kinderen en de oppas van de kleinste. De naam van de oppas is Angelique. Zo zie maar dat iemand met een bescheiden inkomen en een klein huis hier in Rwanda al weer iemand in dienst kan hebben. De ouders hebben een drukke baan op de markt en dan moet er iemand op de kinderen passen.


Nusi is zijn oudste kind. Hij is zeven jaar en gaat naar de eerste klas van de lagere school. P1 heet dat als afkorting van Primary 1. Hij kan een paar woordjes Engels, maar nog niet veel. Om hem beter onderwijs te geven en vooral beter Engels, overweegt Sabiti om hem naar Oeganda te sturen om daar naar school te gaan. Hij zou daar dan bij familie gaan wonen.


Somaya is de tweede. Het is meisje dat zes jaar oud is en nog niet naar school gaat.


Shaban is zijn derde kind. Het is een jongen van vijf jaar en ook hij gaat nog niet naar school.


Jaria is de jongste. Zij is duidelijk een nakomertje want ze is vorig jaar oktober geboren en dus nog geen jaar oud. Bij de geboorte waren er de nodige complicaties en dat kon je ook wel zien. Het ene oog van met meisje is blauw van kleur en het lijkt of ze een soort staar heeft. Verder had ze een schisis van de lip en ook een gedeelte van haar neus was er niet toen ze geboren werd. Door Zuid-Afrikaanse dokters is een operatie uitgevoerd op neus en lip en het ziet er nu weer enigszins toonbaar uit, maar het meisje blijft er heel breekbaar uit te zien. Een echt zorgenkindje. Sabiti begon over Family Planning en injecties en dat dat niet helemaal goed was gegaan. Eerst dacht ik dat hij had over het feit dat zij duidelijk later is geboren dan de anderen, maar later dacht ik ook dat hij misschien wel een verband legt tussen de injecties en hetgeen is geschied met zijn jongste dochter.


Sabiti komt terug met drie koude flesjes water. Die heeft hij speciaal voor ons gehaald. We keuvelen zo nog wat verder over allerlei zaken. Zo komen we erachter dat de beste ananassen uit Gitarama komen, waar hij dus regelmatig heen moet om ze te kopen. En tot onze verbazing komt het andere fruit bijna allemaal uit het buitenland. De mango’s komen uit Oeganda en de manderijnen uit Burundi. In Rwandese vruchten zijn allemaal veel te klein.


Sabiti is in ieder geval heel blij met onze komst. Na een uurtje lopen we gezamenlijk weer terug naar de markt, onderwijl verzucht hij regelmatig: “I’m so happy”.

maandag 18 juli 2011

Bruiloft

Wij zijn uitgenodigd voor een bruiloft. Van alle kanten worden we vooraf uitgebreid gewaarschuwd. Een Rwandese bruiloft is niet leuk. Een Rwandese bruiloft begint nooit op tijd, duurt altijd langer dan je denkt, je krijgt er geen eten en drinken, of als je het krijgt dan wordt het pas heel laat geserveerd (neem dus vooral wat eigen eten en drinken mee) en je moet urenlang luisteren naar allerlei toespraken. Dit klink niet als een lolletje, maar we willen toch ook vooral weten hoe erg het allemaal is, om zo ook een steentje te kunnen bijdragen in de discussie over Rwandese bruiloften.

Wij zijn in Cambodja ook naar een bruiloft geweest en onwillekeurig ga je toch vergelijkingen maken. In Cambodja willen ze heel graag westerse gasten op hun bruiloft, omdat ze daarmee meer status kunnen verwerven. Dus krijg je uitnodigingen van mensen die familie of vrienden zijn van mensen waar je een beetje mee in aanraking bent geweest. In Rwanda is nu echt het seizoen van de bruiloften, waarschijnlijk omdat het nu het droge seizoen is, zodat het feest niet in het water kan vallen. Bruno komt bijvoorbeeld om in de uitnodigingen, maar dat betekent niet dat er ook een uitnodiging voor mij in zit. Blijkbaar geeft de aanwezigheid van een muzungo op een bruiloft het geheel niet meer status.

Dan komt er toch nog een uitnodiging uit onverwachte hoek. Onze voormalige bewaker Jean d’Amour, die nu bewaker is bij Darryl en Lynne, heeft een broer die gaat trouwen en op zijn bruiloft zijn wij welkom. Deze kans moeten we toch maar aangrijpen, want misschien is het wel onze laatste.

Volgens de uitnodiging gaan Thacienne Uwase Niyitegeka en Phlibert Ruganahe Kayigema trouwen op 16 juli 2011 en begint het geheel met de ‘dowry giving’ om negen uur ’s ochtends. Om voor Marte het allemaal nog een beetje leuk te houden, hebben we besloten om dit toch maar over te slaan. Tijdens de ‘dowry giving’ geeft de bruidegom, of familie van de bruidegom, een koe (of meerdere koeien) aan de familie van de bruid. Dit schijnt een hele ceremonie te zijn, met allerlei onderhandelingen tussen de beide families. Het moet natuurlijk wel een mooi toneelstukje zijn, waarbij de uitkomst van te voren al vast staat, want het lijkt mij niet dat het resultaat zou kunnen zijn dat de bruiloft alsnog niet doorgaat. Grappig dat men hier het woord ‘dowry’ gebruikt, terwijl het eigenlijk ‘bride price’ zou moeten zijn, want bij een ‘dowry’ moet eigenlijk juist de familie van de bruid iets inbrengen in het nieuwe huwelijk.


Om twee uur ’s middags begint de ‘religious ceremony’ in de katholieke kerk in Shyrongi, zo’n zestien kilometer ten noorden van Kigali. Met zijn vijven (ons gezinnetje en Darryl en Lynne) hebben besloten om er met de taxi heen te gaan. Even voor twee uur komen wij aan, onze taxichauffeur zal op ons blijven wachten. Heel veel mensen zijn er al aanwezig, de meesten mooi in het pak of in een prachtige jurk. De bruid en bruidegom zijn er ook en zitten nog in hun auto, in afwachting van wanneer het gaat beginnen. We geven ze alvast een hand en blijven buiten nog even wachten.



Dan begint de muziek en komt de priester naar buiten. Dit is het teken voor het bruidspaar om uit de auto te stappen. Ze lopen naar de priester en krijgen alvast de eerste zegening. Dan gaan ze naar binnen en alle mensen die buiten hebben staan wachten gaan nu ook naar binnen.



Binnen volgt een vrij reguliere katholieke kerkdienst met ongeveer alle elementen die je kunt bedenken die hierbij horen, met als extra een koor dat prachtig een het zingen is. Op een gegeven moment rolt de bruidegom heel langzaam de sluier, die altijd nog voor het gezicht van de bruid hing, omhoog. Ik verwacht dan een stralende bruid te zien, maar helaas, niets is minder waar, ze zag er op zijn zachts gezegd niet heel erg blij uit. De ringen worden uitgewisseld en Marte durft ook al zelf wat geld te stoppen in de collecte die gehouden wordt, het bruidspaar staat klaar met een mandje om de gift in ontvangst te nemen.


Wat opvalt, is dat vooral de bruid extreem langzaam loopt, en dit zal de hele dag zo volhouden. Naar de reden blijft het een beetje gissen. Is ze misschien slecht ter been? Of hoort dat gewoon bij de ceremonie, dat de bruid zicht echt heel langzaam moet voortbewegen?

Om half vier is dienst afgelopen. Buiten blijft het bruidspaar nog even uitgebreid staan voor foto’s en om alvast wat felicitaties in ontvangst te nemen. De bruid begint zowaar een beetje van een glimlach te ontwikkelen.



Wij gaan in onze taxi weer terug naar Kigali om deel te nemen aan de receptie. Volgens de uitnodiging zou deze aansluitend plaatsvinden. Het bruidspaar en een groot gedeelte van de gasten gaat eerst nog naar een andere plek in de stad voor een fotoreportage. Aangekomen bij het gebouw van de receptie merken we dat de voorbereidingen nog in volle gang zijn. Het lijkt ons dat het toch nog wel een poosje kan duren voor het begint, dus wij besluiten om vlakbij iets te gaan drinken.


Na een uurtje zijn we weer terug, en wij hebben het aardig goed getimed, want binnen tien minuten nadat wij zijn gaan zitten, komt het bruidspaar binnen en kan de ceremonie beginnen. De mensen die bij de bruid horen zitten aan de ene kant van de zaal, die van de bruidegom aan de andere kant. Er zijn zo’n tweehonderd mensen aanwezig. Marte en ik gaan helemaal vooraan zitten. Wilma gaat met Darryl en Lynne achter in de zaal zitten. Het is dan half zes. Onder begeleiding van traditionele Rwandese zang en dans komt het bruidspaar binnen samen met drie andere vrouwen en mannen. Dit zijn waarschijnlijk de getuigen. Ze zijn allemaal in het wit en het oranje, dit zijn blijkbaar de gekozen kleuren voor deze bruiloft.


Met zijn achten gaan ze achter een grote tafel op het podium zitten. Bij allen is nog niet veel vreugde te ontdekken, het lijkt erop of ze het allemaal maar een beetje ondergaan. Twee vrouwen nemen de microfoon en doen een korte toespraak, gevolgd door een religieus lied.

Dan roept de ceremoniemeester de vader van bruidegom naar voren. Dat zal vast de eerste toespraak worden. Hij roept echter al heel snel de vader van de bruid erbij. Zij wisselen wat woorden uit en vervolgens worden er een flesje cola en een flesje fanta citroen aangeleverd. Dat wordt ingeschonken en de heren brengen waarschijnlijk een toast uit op het bruidspaar en nemen een paar slokken. Ik weet wel dat dit de opmaat wordt voor een alcoholvrij feestje. Als de toast al met cola wordt gedaan, dan zullen de wijn en het bier later niet alsnog gaan vloeien.


Dan krijgt eerst het bruidspaar een softdrink, en de echtelieden geeft dan vervolgens de wederhelft te drinken. Daarna de krijgen de andere zes op het podium ook een softdrink, vervolgens de familie vlak bij het podium en daarna alle andere mensen in de zaal. Ik neem een cola, Marte houdt het bij water. Dus dat valt al niets tegen, binnen een half uur hebben wij al een drankje.

Dan volgen er nog aparte speeches van zowel de vader van de bruid als van vader van de bruidegom. De vader van de bruid zegt iets en vervolgens moet het bruidspaar opstaan. De bruidegom geeft onder begeleiding van een instemmend geluid uit de zaal dan een kus op de wang van de bruid. Dit gebeurt echter niet met veel enthousiasme, en dit is verder ook de enige kus die wij verder zullen aanschouwen.



Het geheel wordt afgewisseld met dans en zang van in de Rwandese traditie. Marte vindt de dansers geweldig en zit op het puntje van haar stoel het geheel te aanschouwen.


Dan komt het eetgedeelte. De taart wordt aangesneden door het bruidspaar. En vervolgens voeren ze elkaar een stukje taart. Dit wordt met zeer lange tanden opgegeten. Dan komt de scene met de banaan. Eerst pelt de bruidegom de schil tergend langzaam van de banaan om deze daarna aan de bruid te offreren en ik heb zelden iemand zo ongeïnspireerd een banaan ziet eten. Dan gaat het precies andersom en ook dit gaat met frisse tegenzin. Ander fruit wordt op een schaaltje geladen en het bruidspaar gaat terug naar hun tafel op het podium. Hier is weer een parallel met de bruiloft in Cambodja, ook daar werd er fruit door de bruid aan de bruidegom aangeboden, en andersom, maar dat ging daar in ieder geval met een glimlach gepaard. Ook niet uitbundig, eerder waardig, maar niet zo vreugdeloos als hier.



De taart wordt door de hostesses verder opgesneden in stukjes en daarna uitgedeeld aan alle mensen in de zaal. Het blijkt een minuscuul stukje taart te zijn, maar we hebben tenminste iets te eten gekregen en nog redelijk op tijd ook.

Daarna nog een ceremonie met de Rwandese dansers waarbij door de vrouwelijke dansers allerlei kannen en kruiken aan het bruidspaar werden aangeboden. Dit leek de voorbode te zijn voor de gelegenheid om de cadeaus aan te bieden. Dat hebben wij dan ook maar snel gedaan, het is een envelop met inhoud geworden en na rijpe consultatie in de omgeving is het bedrag uitgekomen op 10.000 Frw voor ons gezin. Het was inmiddels zeven uur en dus een mooie tijd om op te stappen.

Onze bruiloft zet er op. Het was in ieder geval veel minder erg dan voorspelt, het was eigenlijk leuk en zeer interessant. Het begon redelijk op tijd, duurde niet al te lang, we kregen te drinken en te eten, als was het niet in overvloed, en de speeches waren goed te pruimen. Dat het allemaal niet met zo veel enthousiasme gepaard ging hoort denk ik ook meer bij bruiloften in ontwikkelingslanden. Het is waarschijnlijk allemaal veel meer geregeld en het laat zich volgens een strikte volgorde afspelen volgens de traditie. Dan is er misschien ook minder ruimte voor de vreugde die er hoort bij de bruiloften zoals die in het westen plaatsvinden.

vrijdag 15 juli 2011

Schoentjes en poppen

Tijdens het vorige verblijf hebben Wilma en Marte een bezoek gebracht aan de school waar Tammy vrijwilligerswerk doet. De school heeft de naam Meg Foundation (genoemd naar de oprichter van de school) en is onderdeel van het Kinamba Project. Zij zijn daar toentertijd heel hartelijk ontvangen. Tijdens hun bezoek bleek dat er onder de kinderen een enorm tekort was aan schoenen en (blanke) poppen. Dat was dus aanleiding voor een mooi projectje tijdens de periode dat ze in Nederland waren. In de school van Marte en onze kerk hebben zij een oproep gedaan voor poppen en schoenen.


En dat heeft resultaat gehad. Maar liefst 25 paar kinderschoenen en ook nog zes poppen zijn op deze wijze ingezameld. Tijdens hun reis van Nederland naar Rwanda hadden ze gewoon een extra tas bij zich om dit alles te vervoeren. Als de douane vragen had gesteld, dat was het antwoord geweest dat Marte ook wel Imelda wordt genoemd.


Vorige week zijn we met zijn drieën naar de school geweest om de schoenen en poppen te overhandigen. Marte heeft aan Tammy de twee zware tassen gepresenteerd met daarin de ingezamelde objecten. Tammy was blij verrast dat we zoveel hadden ingezameld en ze was er van overtuigd dat de kinderen ze heel goed kunnen gebruiken. Voorlopig worden ze even opgeborgen, het wachten is op Meg, als die binnenkort terugkomt uit Engeland zal beslist worden hoe en aan wie ze worden uitgedeeld.


Ik was er nooit geweest, dus Tammy heeft mij nog even een kleine rondleiding gekregen. Ik moest wel een beetje oppassen, want ze waren juist bezig met het schilderen van de daken. De autoriteiten van de wijk hadden beslist dat in deze wijk alle daken rood of blauw moesten zijn. En als je dak een andere kleur heeft, dan moet je gauw aan de slag om te zorgen dat het in orde komt. Bij thuiskomst bleek er helaas toch een dikke klodder blauwe verf op mijn blouse zijn terecht gekomen.


’s Ochtends is het veel drukker op de Meg Foundation want dan zijn alle kinderen van de ‘nursery’ aanwezig. Dan is het een drukte van belang, want het zijn er wel meer dan honderd. Tot voor kort hadden ze deze klassen ook in de middag, maar sinds kort mag dat niet meer van de overheid. Nu mogen deze alleen nog maar in de ochtend plaatsvinden.


’s Middags zijn er kinderen die in de ochtend naar de basisschool gaan en in de middag bijles krijgen bij de Meg Foundation. En ook een beetje om ze van straat te houden, want vaak hebben ze geen ouders, of de ouders kunnen niet voor hun zorgen. Ook zijn er klassen voor volwassen die analfabeet zijn. En er is ook ruimte voor projecten van vrouwen die allerlei producten maken zoals manden, poppen en juwelen.


Op de website van de Meg Foundation is een overzicht van al hun activiteiten: http://www.kinambaproject.org.uk.


Na de rondleiding en de overhandiging hebben we nog even rondgekeken op het schoolplein waar een aantal kinderen inmiddels vrolijk aan het spelen was. De jongens speelden voetbal en de meisjes deden een ingewikkeld dansje. Ze klapten in hun handen, terwijl ze ondertussen met dan weer met hun ene voet naar voren gingen en dan weer met hun andere. Het leek ook wel een soort wedstrijdelement te hebben, want het ene meisje reageerde weer op het andere meisje. 

woensdag 13 juli 2011

RNDSC

Ik werk bij de RNDSC. Dat betekent Rwanda National Decade Steering Committee. Dat is een hele mond vol, en als ik dat moet uitleggen aan iemand, dan moet altijd nog goed uitkijken om het correct te zeggen. Het is ook een beetje een vreemd orgaan. Wij zijn geen onderdeel van de overheid, maar wij zijn ook geen NGO. Wij zeggen altijd maar dat we er een beetje tussenin hangen.

Onze organisatie is de Rwandese variant van de ADPD (African Decade of Persons with Disabilities). Dit is een organisatie die in 2004 in Zuid-Afrika is ontstaan naar aanleiding van het feit dat de leiders van alle Afrikaanse landen in een vergadering van de AU (African Union) afgesproken hebben om binnen een decennium (1999-2009) de rechten voor mensen met een handicap in Afrika te hebben geregeld. Nu is dat nog niet helemaal gelukt, vandaar dat men dit decennium gewoon nog eens met tien jaar heeft verlengd. Dit verklaart ook het woord Decade in de titel van beide organisaties.


In 25 landen van Afrika is nu inmiddels een nationale variant van deze overkoepelende organisatie. De RNDSC is ontstaan in 2005. Op ons kantoor zijn nu vier mensen werkzaam. Dat zijn Bruno (Coordinator), Saphira (Administrative Assistant), Nicole (Management and Advocacy Coach) en ik (Finance and Accounting Advisor). Nicole en ik zijn beiden via VSO bij deze organisatie terecht gekomen.


Ons kantoor bestaat uit twee bescheiden ruimtes. In de eerste ruimte staat alle computers en daar zitten Bruno, Saphira en Nicole. De tweede ruimte is eigenlijk de vergaderruimte en vanwege ruimtegebrek neem ik daar meestal mijn intrek. De ruimtes die wij gebruiken zijn beschikbaar gesteld door MINALOC.


De RNDSC is de laatste tijd vooral bezig geweest om ondersteuning te geven aan het structuren van de diverse organisaties die zich bezig houden met de belangen van gehandicapten in Rwanda. Als resultaat staan er nu twee organisaties in de startblokken om deze belangbehartiging gestalte te geven.

In de eerste plaats is dat de National Council of People with Disabilties (NCPD). Dit is een soort parlement van alle gehandicapte mensen in Rwanda. In februari en maart van dit jaar hebben er verkiezingen plaatsgevonden van gehandicapten door gehandicapten. In Rwanda gebeurt dat trapsgewijs. Eerst zijn alle gehandicapten op cel niveau bij elkaar gekomen om uit hun midden een vertegenwoordiging van zeven personen te kiezen. Al deze gekozenen zijn op sector niveau bijeengekomen om hetzelfde te doen, en dat heeft via het district en de provincie uiteindelijk geresulteerd in een representatie op nationaal niveau. De NCPD moet ervoor gaan zorgen dat de belangen van de mensen zelf van onderaf, ‘grass root level’ is de mooie Engelse term hiervoor, terechtkomen bij het hoogste niveau.

In eerste instantie had ik wel wat vraagtekens bij dit parlement. In mijn opinie heb je een regulier parlement die ook moet opkomen voor de gehandicapte medemens, dus waarom zou je zo’n apart bureaucratisch orgaan in leven gaan roepen. Maar dat veranderde toen ik van iemand hoorde die zei dat de NCPD en de bijbehorende verkiezingen haar het gevoel gaven dat ze voor de eerste keer in haar leven gehoord voelde als gehandicapte. Dus voorlopig geef ik het het voordeel van de twijfel. Al ben ik ook bang dat dit orgaan niet de belangen van onderop naar bovenop gaat behartigen, maar juist een extra manier is om de beslissingen van bovenaf trapsgewijs naar onderen te brengen.

De tweede organisatie is de National Union of Disabilities’ Organizations of Rwanda (NUDOR). Dit is een overkoepelend orgaan van acht specifieke belangenorganisaties. Als voorbeeld noem ik de Rwanda National Union of the Deaf (RNUD) en de Rwanda Union of the Blind (RUB). Deze paraplu organisatie (ik vertaal hier rechtstreeks de term ‘umbrella organization’) moet de belangen van de diverse organisatie bundelen en dan verwoorden richting de Rwandese overheid.

Eigenlijk heeft de RNDSC zich mogelijk een beetje overbodig gemaakt, als deze twee organisaties zich sterk gaan ontwikkelen. Op dit moment zijn we dan bezig om na te denken over de toekomst. Is er nog voldoende bestaansrecht voor de RNDSC? Als we deze vraag met ja beantwoorden, dan is de volgende vraag hoe wij aan onze inkomsten gaan komen. Tot nu toe wordt de RNDSC voor het grootste gedeelte gefinancierd door VSO, omdat deze organisatie nodig was om de belangenbehartiging gestalte te geven. VSO is aan het overwegen om dit stop te gaan zetten. Een alternatief dat nu serieus wordt onderzocht is de mogelijkheid om het programma van de RNDSC een onderdeel te laten zijn van de NCPD. Gezien de overlap in doelstellingen is dit een serieuze optie. Bruno en mogelijk Saphira zouden gemakkelijk over kunnen stappen naar het ondersteunend bureau van de NCPD en er zijn veel mensen die hier steun aan willen geven. Wij blijft afwachten wat de uitkomst van deze zoektocht zal zijn.

vrijdag 8 juli 2011

Gashora

Sinds vorige week donderdag zijn Wilma en Marte terug in Rwanda voor zes weken. Aangezien we aansluitend gelijk konden genieten van een lang weekend, omdat zowel 1 als 4 juli aangemerkt zijn als nationale feestdagen, hebben we het eerst rustig aangedaan op vrijdag en zijn we van zaterdag tot en met maandag naar La Palisse hotel gegaan in Gashora. Dat ligt op een uurtje rijden ten zuiden van Kigali en het ligt prachtig gelegen aan Lake Rumiro.



Op zaterdag zijn we vertrokken met de bus naar Nyamata. De meest grote stad in de richting van onze bestemming. Ik dacht dat Nyamata wel groot genoeg zou zijn om een taxi te hebben die ons naar het hotel kon brengen. Helaas bleek dit niet het geval te zijn. De jongens bij het busstation zeiden dat we een volgende bus konden nemen naar het plaatsje Gashora en dat we vervolgens daar een motor konden nemen. Dat konden we niet doen, omdat we met Marte niet op een motor willen. Dan zouden we de twee kilometer naar het hotel kunnen lopen. Dat zag ik gezien onze bagage en de hitte helemaal niet zitten. De moed begon mij een beetje in de schoenen te zakken. We moeten maar even plaatsnemen op een bankje. Plotseling worden we opgeroepen, de bus gaat vetrekken en zo’n busjongen zegt tegen ons dat we met deze bus naar een bepaalde plek kunnen en dat we dan met de chauffeur moeten onderhandelen om ons op de plek van bestemming te krijgen. We hebben niet veel keus en de onderhandelingen zijn snel gedaan. Voor 5.000 Frw komen we waar we willen zijn.



We hebben twee heerlijke rustige dagen in het hotel gehad. We hebben heerlijk op het terras gezeten en lekker rustig aan gedaan. Het meest spannende was ons boottochtje op het meer voor een klein half uurtje. Men zegt dat er nog wel nijlpaarden en krokodillen in het meer zijn, maar die hebben we helaas niet gezien.


In het hotel waren niet zo veel gasten. Maar elke dag kwamen er wel veel dagjesmensen. Tussen elf uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds waren die er. Voor en na die tijd hadden we het rijk alleen. Niet dat het dan rustig was, want de Afrikaanse muziek klonk altijd uit de box die men op de kant van de wal had geplaatst. Menig dagjesbezoeker ging zich al swingend te buiten op de muziek. Een mooi gezicht, zo aan de kant van het water.


Marte had al snel de speeltuin ontdekt en was daar dan ook regelmatig te vinden. Helemaal nu ze tijdens deze vakantie heeft ontdekt om zelfstandig te schommelen. Ze heeft geen hulp meer nodig om haar te duwen bij het schommelen, zij kan het helemaal zelf.


Rond het hotel zijn heel veel vogels te vinden. Het mooiste gezicht is als de ijsvogels stationair in de lucht hangen boven het water, totdat ze plotseling met een duikvlucht naar beneden duiken om te proberen een vis te verschalken.



In het meer liggen ook eilanden. Op zaterdag hadden we ze toch gezien, maar de volgende dag kregen we opeens de indruk dat ze ergens anders lagen. We dachten dat we ons vergist hadden, iets te veel alcohol waarschijnlijk. Maar het klopte wel want het zijn eilanden van papyrus die zich op de wind over het meer verplaatsen. Dat je ook een eilandje met een boot kunt verslepen kwamen we op maandagochtend achter.


Rondom het hotel is het niet zo druk bevolkt als in de rest van Rwanda. Het is een beetje een achtergesteld gebied, maar wel in ontwikkeling. Net buiten het terrein van het hotel zijn de velden met de diverse gewassen. Leuk om Marte dan zo mee te nemen om te laten zien hoe een ananas groeit.


Op zondagmiddag kregen we in het hotel gezelschap van een Nederlands gezin. Bestaand uit vader Pieter, moeder Corine, zonen Hans en Erik, de laatste in gezelschap van vriendin Lisa. Pieter was in 1975 voor twee jaar werkzaam geweest in het noorden van Rwanda om ten behoeve van een theeplantage te helpen bij het droogleggen van een moeras. En nu was hij na ruim 35 jaar terug om te kijken naar waar hij toen geweest was. De theeplantage was nog steeds in werking en hij vond het fijn om te constateren dat het nu volledig in Rwandese handen was en dat het nog goed draaide ook. En na waren ze bezig om de rest van Rwanda te bekijken. Het was heel aangenaam om met hun kennis te maken. En ze waren ook nog zo aardig om ons op maandag weer helemaal naar huis te brengen met hun eigen busje. Wat een luxe!