maandag 16 november 2015

Diaspora Conferentie

Plotseling verscheen het ergens op mijn netvlies. Op 5 en 6 november was er een bijeenkomst in Den Haag onder de titel ‘Diaspora Conferenceon the Great Lakes region: Root causes of conflict and opportunities for change’. Georganiseerd door The Hague Peace Projects. Toegang: gratis. Plaats: Institute for Social Studies in Den Haag. Op 5 november stond er niets op mijn agenda en een van de sprekers was Filip Reyntjes, een expert op het Grote Meren gebied. Het leek me wel eens interessant om hem te zien spreken.


Het zou om half tien beginnen met een introductie. Dat kon ik net niet halen. Maar net voordat de eerste spreker om tien uur zou beginnen ben ik de zaal binnengegaan en heb ik zitten luisteren. De eerste spreker was Jagoda Paukovic. Zij hield een heel betoog over allerlei oorzaken voor conflict. Haar praatje was wel erg algemeen. Ik had zo ook een hele riedel kunnen opnoemen. Natuurlijk komt dan ter sprake hoe een land omgaat met zijn natuurlijk hulpbronnen, hoe er omgegaan wordt met terugkerende vluchtelingen, hoe er omgegaan wordt met landrechten en nog veel meer.


De tweede spreker was Ben Rutabana. Hij werd aangekondigd als zanger, schrijver, activist. Hij hield een heel persoonlijk verhaal over zijn geschiedenis. Hij kwam uit Rwanda en was Tutsi. Zijn jongste herinneringen zijn die van angst. Dat hij als 3-jarige zich moest verbergen in de bossen om te voorkomen dat hij zou worden gedood. Hij heeft gezien dat de huizen van Tutsi’s in brand werden gestoken. Hij kon zich herinneren dat men blij was dat in 1973 er nieuw regiem aan de macht kwam met nieuwe hoop. Maar deze hoop was van korte duur. Niet lang daarna begonnen de Hutu’s de Tutsi’s te zien als kakkerlakken, als minderwaardig en dat ze eigenlijk niet thuis hoorden in Rwanda. En het ergste vond hij dat de Tutsi’s die ook gingen accepteren. Als 21-jarige heeft jij zes maanden in de gevangenis gezeten en is toen gemarteld, alleen omdat hij Tutsi was. Daarna heeft hij zich aangesloten bij de RPF. Daar heeft hij van alles meegemaakt. Hij was blij dat er in 1994 een einde is gekomen aan Hutu power en dat vanaf die tijd de Tutsi’s aan de macht zijn gekomen. Maar ook deze blijdschap was van korte duur. Hij zag dat het nieuw regiem hele slechte kanten had. Ook onder het huidige regiem heeft hij zes maanden gevangen gezeten. Wederom is hij gemarteld, deze keer gewoon ergens in een huis in Kigali. Ik heb niet goed meegekregen waarom hij is gearresteerd. Als slot van zijn betoog vraagt hij zich af of de huidige regering nu voor zichzelf bezig is of voor het volk. Ik denk dat dit voor hem een retorische vraag is. Het was in ieder geval een heel indrukwekkend verhaal.


Een bijzonder detail waar hij zich druk over maakt is het laten zien van de lijken van de slachtoffers van de genocide. Die heb ik inderdaad ook in Rwanda wel gezien. Het meest indrukwekkend zijn de skeletten, in gebluste kalk bewaard, die in grote hoeveelheden zijn tentoongesteld in Murambi. Zijn moeder is één van de slachtoffers en hij wil haar eigenlijk graag begraven. Dat is Rwandese cultuur. Een persoon kan geen rust krijgen totdat deze wordt begraven. Hij vindt dat de regering de lijken gebruikt als propaganda voor haar standpunt om de genocide blijvend onder de aandacht te brengen. Om de schuldigen te blijven laten voelen wat ze hebben gedaan. Dit is in zijn eigen voorbeeld dat de regering niet handelt in het belang van de bewoners, want die willen de lijken begraven, maar in het belang van zichzelf. Om te blijven regeren.

Halverwege tijdens zijn betoog ben ik even iets naar voren gelopen om een foto te maken. Dat viel niet in goede aarde. Ik kreeg een bestraffende blik toegeworpen van een mevrouw aan de zijkant met de insteek dat dat echt niet de bedoeling was. Na de pauze werd hier nog even op teruggekomen. Het was niet toegestaan om foto’s te maken en om via sociale media tijdens de conferentie hier over iets te vertellen. De reden is dat het hier om vertrouwen ging en dat er vertrouwelijke informatie werd gedeeld en dat niet iedereen dan in staat zou zijn om te zeggen wat men werkelijk vond. Ik vond het allemaal wel wat overdreven, zeker ten aanzien van de sprekers. Deze hebben er toch voor gekozen om te gaan spreken en lijken me dan ook zeker niet bang om hun mening te geven. Het deed mij toch al wel weer een beetje denken aan de geheimzinnigheid die er heerste bij bijvoorbeeld een Rwanda Day.

In de koffiepauze kwam ik in gesprek met iemand die me herkende van Rwanda Day. Het leek wel een deja vu. Overal waar ik kom word ik herkend van een vorige bijeenkomst. Ik vond het wel grappig om hem hier zo te zien. Op Rwanda Day is de loftrompet gestoken over Rwanda. Op deze dag zal er heel wat kritischer over Rwanda worden gesproken. Is hij gewoon geïnteresseerd of is het een soort spion van het andere kamp om te weten te komen wat er gezegd wordt en vooral door wie? Misschien toch een reden om op te passen met foto’s en sociale media? Of krijg ik nu ook als last een gezonde hoeveelheid paranoia?


Na de koffiepauze was het woord aan Filip Reyntjes. Hij had een heel betoog over de oorzaken van de ellende in het Grote Meren gebied. De eerste en belangrijkste reden is de zwakte van de staat Zaïre en later Congo. Hij verduidelijkt dat met anekdotes. Hij sprak met een militair en vroeg aan hem waar de rebellen waren. Het antwoord was, iets verderop, op die heuvels. Vervolgens vroeg hij wanneer die zouden worden verjaagd. Het antwoord daarop was dat dat niet ging gebeuren. Nee, de rebellen bleven daar en de militairen bleven hier. Het is net of ze niet eens hun best deden om een staat te zijn. Al was hij uiteindelijk toch wel positief. Dat de staat nu niet meer zo zwak is als twintig jaar geleden. Er is dus vooruitgang.

De tweede oorzaak die hij opvoerde was territoriale expansie van de buurlanden Rwanda en Uganda. Die hebben hun oorlog tegen hun eigen rebellen uitgebreid tot in Congo. Ook de wisselende alliantie tussen de verschillende landen heeft het er niet beter op gemaakt. Rwanda en Uganda vochten eerst zij aan zij, maar later kwamen ze tegenover elkaar te staan.

De winstgevendheid van oorlog voeren is ook een factor. Normaal gesproken kost een oorlog geld. De oorlog in Congo bracht echter geld op, doordat er geprofiteerd is van de grondstoffen in het oosten van dat land. Tenslotte legde hij ook de nadruk op de straffeloosheid van met name de RPF in Rwanda. Dat in dat land alleen de verliezers zijn gestraft, maar dat de misdaden van de overwinnaars totaal niet worden vervolgd.

Aan het eind van het betoog werd het toch wel wat duidelijker. Ja, inderdaad Congo heeft het deels aan zichzelf te danken dat het daar zo’n puinhoop is, dus daar moet ook wat gebeuren. Maar de meest pijlen zijn uiteindelijk wel gericht op Rwanda. Dat is de grote pestkop op het schoolplein, die het arme Congo maar zit te pesten. Al vraagt slachtoffer Congo er ook wel een beetje om.

Aan het slot waagde hij zich ook nog een soort van voorspelling. Hij was zeer sceptisch over de toekomst van Rwanda. Het lijkt allemaal zo stabiel, maar onder de oppervlakte rommelt het. Verder zijn er heel veel vluchtelingen uit Burundi in Rwanda en dat zorgt voor veel onrust. Hij vreesde dat Rwanda een inval gaat doen in Burundi om orde op zaken te stellen, maar dat zal als gevolg hebben dat Tanzania Rwanda zal aanvallen, omdat de situatie tussen deze twee landen al heel lang verre van ideaal is.

Het was tijd voor vragen, vooral voor Ben een ook voor Filip. Voor Jagoda kwamen geen vragen. Geen wonder, dat was ook zo nietszeggend. De leider van de conferentie wilde nog wel even een dankwoord uitspreken aan de sprekers op de conferentie. Want ze hadden heel veel mensen gevraagd om te komen praten, maar heel veel mensen hebben nee gezegd. Hoe moest ik deze opmerking duiden? Hebben we hier nu te maken met derderangs sprekers, of betekend het inderdaad dat andere mensen niet durven komen?

De gelegenheid om vragen te stellen wordt vaak niet alleen benut door echte vragen te stellen. Dat geeft ook een podium aan mensen die iets kwijt willen. De eerste vragensteller viel dan ook in deze categorie. Hij stelde dat Rwanda een land van angst is. Dat er in Rwanda al meer dan 100 conflicten hebben plaatsgevonden, waarvan de genocide er één is. De genocide is dan ook niet de oorzaak van de huidige toestanden, het is een gevolg. De oorzaak van alle conflicten zit in de geschiedenis. Voordat hij verder kan gaan wordt hij afgebroken om andere vragenstellers ook de kans te geven om een vraag te stellen.

De volgende vragensteller vraagt aan Ben waarom hij zich introduceerde als Tutsi en niet als Rwandees. En of hij instemde met de officiële benaming van de genocide, namelijk dat het een ‘genocide against the Tutsi’ wordt genoemd. Ben kan instemmen met de officiële term en hij weet dat er door het huidige regiem ook misdaden zijn gepleegd, maar zo lang niet bewezen is dat dat een genocide is geweest, zal hij het niet als zodanig benoemen. Hij wil ook nog wel benadrukken dat hij, terwijl hij een Tutsi is, bedreigd wordt door Tutsi’s. De klassieke tegenstelling Tutsi’s tegen Hutu’s is in zijn ogen achterhaald. Op dit moment zijn de grootste tegenstanders van het regiem vaak Tutsi’s, die op een of andere manier niet meer kunnen instemmen met de huidige gang van zaken. Als gevolg daarvan worden er in het buitenland nu Rwandezen vermoord, ontvoerd of een andere wijze lastig gevallen.

Filip geeft hier nog een aanvulling op. Hij stemt ook in met de benaming ‘genocide against the Tutsi’ omdat bewezen is er doelgericht geprobeerd is een bepaalde groep te elimineren. Hij voegde er aan toe dat in zijn ogen in de jaren na 1994 door de RPF in Congo een genocide is gepleegd tegen de Hutu’s. In zijn ogen is daar genoeg bewijs voor. Ik kan me voorstellen dat hij door dit soort uitspraken niet heel erg geliefd is in Rwanda.

Als laatste zegt hij nog iets over de vergelijking tussen Rwanda en Burundi. In Rwanda heeft men ervoor gekozen om de etniciteit te gaan ontkennen. Iedereen is Rwandees en niemand is meer Hutu of Tutsi. Dat werkt niet, omdat iedereen onderhuids nog weet wat hij of zij is en nog belangrijker dat ook weet van ieder ander. In Burundi is men nog openlijk Hutu of Tutsi, met als gevolg dat het onderscheid op etniciteit daar veel minder een rol speelt. Daar is wel een hoop onrust en daar vallen ook veel doden bij, maar dat wordt niet veroorzaakt door etniciteit. Of je daar nu zo blij van moet worden, dat weet ik dan ook niet.

In ieder geval was het tijd voor de lunch. Dat was voortreffelijk verzorgd en ik liet me de broodjes dan ook goed smaken. Ondertussen nog wat luchtige conversatie met de diverse deelnemers.

Na de pauze gingen we de verdieping in een kleinere groep. Je kon kiezen voor een Nederlandstalige, een Engelstalige en Franstalige groep. Ik koos voor de Engelstalig en dat deden nog zo’n 15 andere mensen. We begonnen met een voorstelrondje. Het gezelschap bleek voor de ongeveer de helft uit Rwandezen te bestaan en de andere helft betrof Nederlanders die op de een of andere manier een link met Rwanda hadden. Het was dus eigenlijk een heel Rwandees gezelschap. De discussie spitste zich dan ook meteen toe op Rwanda.

Een deelnemer ging van start en somde op waar het volgens hem om ging: Afkomst, macht, etniciteit en land. En dat laatste schakelde hij gelijk met rijkdom. Hij suggereerde dan ook dat het voor sommige mensen nooit genoeg is. Die willen altijd meer land en rijkdom, waaronder de president, die heeft onlangs iemand laten vermoorden omdat hij uit was op zijn rijkdom.

De discussie spitste zich op de een of andere manier toe op land. Door informatie van verschillende deelnemers kregen we in ieder geval steeds een beter overzicht. Met behulp van het kadaster uit Nederland is ook al het land in Rwanda in kaart gebracht. Het gaat om 12 miljoen stukjes land die verdeeld zijn over 11 miljoen inwoners. Dit land blijft eigendom van de overheid, maar is nu voor 90 jaar verpacht aan inwoners van het land. Hierbij zijn wel kanttekeningen te maken.

Als je het land niet gebruikt, dan vervalt je recht op pacht. Probleem daarbij is dat sommige mensen gewoon niet genoeg geld hebben om het land te gaan verbouwen. Als de overheid het land nodig heeft voor een andere bestemming, dan kan je pacht ook vervallen. Je krijgt dan wel een compensatie, maar die zal altijd natuurlijk veel te weinig zijn. Voor sommige gebieden geeft de overheid aan welk gewas je er moet verbouwen. In het noorden moet je bijvoorbeeld verplicht pyrethrum te verbouwen dat je vervolgens alleen kan verkopen aan het bedrijf Horizon, dat dan weer gelieerd is aan de overheid. Als gevolg daarvan is de opbrengst van dit land veel minder dan de pachter had verwacht.

De schaarste van het land in combinatie met de groeiende bevolking kwam ter plaatse. Is er nog genoeg land voor iedereen in de toekomst? Idealiter zouden jongeren gaan verhuizen naar de stad om daar in appartementen te gaan wonen. Maar daar is nog een hele omslag in cultuur nodig. Een stuk land en een koe geeft hen identiteit. Iemand die in een flat in de stad woont, heeft geen identiteit.

Het land is dan wel in kaart gebracht door het kadaster, maar dat wil niet zeggen dat alle problemen daardoor zijn opgelost. Weeskinderen als gevolg van de genocide worden nu meerderjarig en ontdekken dat een oom het land van hun ouders in gebruik heeft. Hoe wordt dit afgehandeld als dit wordt behandeld in een rechtzaak?

Door iemand werd als probleem ervaren dat er regelmatig in opdracht van de overheid land werd verkocht aan buitenlandse investeerders. En laat er nu juist zo’n investeerder in onze groep zitten. Zijn bedrijf had 10.000 hectare land gekocht in Rwanda. Hij zat er ook met hele goede bedoelingen. Hij herkende alle problemen die ter sprake kwamen. Hij vond dat het in Rwanda goed was geregeld in tegenstelling tot andere landen. Zijn organisatie moest in Rwanda betalen voor een stuk land, in Uganda kregen ze het vaak zo maar voor niets. In zijn ogen wordt er in Rwanda eerlijker zaken gedaan. Hij hoopte ook dat de verkoper van het land zo genoeg geld kreeg voor zijn land, dat ze op deze manier naar de stad zouden vertrekken. Ze hadden goed overleg gevoerd met Executive Secretary van de Sector over de verkoop van het land aan hun organisatie. Niet helemaal duidelijk werd wat er nu precies gebeurde op dat stuk land. Ze gingen het voor 20 jaar exploiteren en boden tegelijkertijd ook banen aan via coöperaties, waarschijnlijk om het land te bewerken. Na 20 jaar was het de bedoeling om het land te schenken aan deze coöperaties. Ik denk dat deze investering met de allerbeste bedoelingen is opgezet en misschien gaat het ook wel werken. Toch kon je ook bij de rest van de groep wel bedenkingen merken of het in werkelijkheid gaat uitwerken zoals het bedoeld was.
De tijd vorderde al aardig en over de problematiek van het land hebben we dan ook zeer uitgebreid van gedachten gewisseld. Op het laatst was er nog een beetje aandacht voor wat andere kwesties. En dan ging het met name om opvoeding in het gezin en op school. Dat mensen opgroeien in een systeem van angst en geweld. Dat dit al generaties aan de gang is en dat dit een oorzaak is waarom mensen elkaar niet vertrouwen. Een heel interessant thema, maar de tijd was om en er was dus helaas geen gelegenheid meer om dat verder uit te diepen.

Na een kleine pauze zou er nog een plenaire sessie komen waarin alle groepen de resultaten uit hun groep zouden presenteren. Ik was niet meer in de gelegenheid om dat onderdeel mee te maken en ook dag twee van deze conferentie paste niet in mijn tijdschema. Al me al was het wel een heel interessante dag met veel verdieping en toch ook nog wat nieuwe inzichten. Ik vraag me af of het deze conferentie echt gelukt is om een bijdrage te leveren aan het vredesproces in het Grote Meren gebied, maar we zijn wel een stuk wijzer geworden. Er zal echter nog heel wat moeten gebeuren voordat er echt vrede in dat gebied zal zijn.